5V Beco FinZelf H7 herhaling

6.11a
A
n = 7 a = ( 1,06 ) ^ 5
B
n = 7 a = ( 1,06 ) ^ 12
C
n = 8 a = ( 1,06 ) ^ 5
D
n = 8 a = ( 1,06 ) ^ 12
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.11a
A
n = 7 a = ( 1,06 ) ^ 5
B
n = 7 a = ( 1,06 ) ^ 12
C
n = 8 a = ( 1,06 ) ^ 5
D
n = 8 a = ( 1,06 ) ^ 12

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

6.11b
A
n = 10 a = ( 1,023 ) ^ 5
B
n = 10 a = ( 1,023 ) ^ 6
C
n = 11 a = ( 1,023 ) ^ 5
D
n = 11 a = ( 1,023 ) ^ 6

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

6.11c
I stortingen 2018 - 2022: n = 5, a = 1,075 ^ 8
II stortingen 2025 - 2030: n = 6, a = 1,075 ^ 1

A
I is juist II is juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
I is onjuist II is onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Beleggen in aandelen is ...(1) dan sparen en de kans op een hoog rendement bij aandelen is ...(2)
A
1 minder risicovol 2 kleiner
B
1 minder risicovol 2 groter
C
1 risicovoller 2 kleiner
D
1 risicovoller 2 groter

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Aandelen

- Opbrengst bestaat uit dividend en koerswinst/-verlies
- Rendement schommelt van heel hoog tot verlies
- Risicodragend
Sparen

- Opbrengst bestaat uit rente


- Vaste ( lage ) rentevergoeding
- Risicomijdend

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aandelen
Bewijs van eigendom, deelname in het Eigen Vermogen

Nominale waarde <-----------> Beurskoers


Emissiekoers is de koers waartegen nieuwe aandelen worden uitgegeven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2 manieren om rendement op een aandeel te behalen:

- Dividend: aandeelhouders ontvangen een deel van de behaalde winst
- Koerswinst / -verlies: de beurskoers van het aandeel kan na de aanschaf stijgen of dalen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dividend
Bijvoorbeeld dividend is € 2,- per aandeel

Of dividendpercentage is 5%
Dit betekent 5% van de nominale waarde van het aandeel
Dus als nominale waarde € 100,- is, is het dividend 
0,05 x 100 = € 5,-

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dividendrendement
                                 Dividend per aandeel
Dividendrendement = -------------------------  x 100%
                              beurskoers

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het CPB verwacht in 2022 weer economische groei. De koers van aandelen zal ...
A
dalen
B
stijgen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De rente op spaarrekeningen stijgt. De koers van aandelen zal ...
A
dalen
B
stijgen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Obligaties
Een geldlening verdeeld in kleine stukjes.

De houder van een obligatie leent dus geld uit
De houder van een obligatie ontvangt dus per periode rente en ontvangt aan het einde van de looptijd de lening terug

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Obligaties
De beurskoers van een obligatie wordt vaak uitgedrukt in procenten, dus bijvoorbeeld 102%

Dit betekent dat de beurskoers van een aandeel van nominaal € 1.000,- dus 1,02 x 1.000 = € 1.020,- is

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Obligaties
De beurskoers van een 4% staatsobligatie is 103%
Als de nominale waarde € 100,- zou zijn, dan betaal je dus € 103,- voor de obligatie en krijg je € 4,- rente

Couponrendement = 4 / 103 x 100 = 3,9%

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Als de marktrente op spaarrekeningen 3% is, dan zal de beurskoers van een 5% staatsobligatie ... zijn
A
onder de 100%
B
boven de 100%

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

aandelen
- bewijs van mede-eigendom
- stemrecht
- onderdeel van EV
- koersrisico groter
koers vooral afhankelijk van winstverwachting bedrijf
- dividend staat niet vast
- kans op hoog rendement groter
obligaties
- schuldbewijs
- geen stemrecht
- onderdeel van VV
- koersrisico kleiner
koers vooral afhankelijk van rente
- vaste rentevergoeding
- kans op hoog rendement kleiner

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aandelen

- Opbrengst bestaat uit dividend en koerswinst/-verlies
- Rendement schommelt van heel hoog tot verlies
- Risicodragend
Obligaties

- Opbrengst bestaat uit rente en kleine koerswinst/-verlies

- Vaste  rentevergoeding

- Risicomijdend

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Beleggen in een beleggingsfonds is ... dan beleggen in aandelen
A
minder risicovol
B
risicovoller

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Opties
Call optie:

recht om gedurende de looptijd van de optie aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs ( de uitoefenprijs )
( vaak per 100 aandelen )
Voor de optie betaalt de koper een premie aan de verkoper ( de schrijver ) van de optie ( x 100 )

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opties
Call optie:

De koper van de optie zal van de optie gebruik maken als de koers hoger is dan de uitoefenprijs

winst per optie = ( huidige koers - uitoefenprijs - optiepremie )
x 100

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opties
Call optie:

De schrijver van de optie heeft de plicht om de aandelen tegen de uitoefenprijs te verkopen

verlies per optie = ( huidige koers - uitoefenprijs - optiepremie )
x 100

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opties
Call optie:
De koper van de optie zal niet van de optie gebruik maken als de koers lager is dan de uitoefenprijs
verlies per optie = optiepremie x 100

De schrijver van de optie hoeft als de koers lager is dan de uitoefenprijs dus ook niet in actie te komen
winst per optie = optiepremie x 100

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opties
Putl optie:

recht om gedurende de looptijd van de optie aandelen te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs ( de uitoefenprijs )
( vaak per 100 aandelen )
Voor de optie betaalt de koper een premie aan de verkoper ( de schrijver ) van de optie ( x 100 )

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opties
Put optie:

De koper van de optie zal van de optie gebruik maken als de koers lager is dan de uitoefenprijs

winst per optie = ( uitoefenprijs - huidige koers - optiepremie )
x 100

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opties
Put optie:

De schrijver van de optie heeft de plicht om de aandelen tegen de uitoefenprijs te kopen

verlies per optie = ( uitoefenprijs - huidige koers - optiepremie )
x 100

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opties
Put optie:
De koper van de optie zal niet van de optie gebruik maken als de koers hoger is dan de uitoefenprijs
verlies per optie = optiepremie x 100

De schrijver van de optie hoeft als de koers hoger is dan de uitoefenprijs dus ook niet in actie te komen
winst per optie = optiepremie x 100

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Peter Azarov verwacht dat de koers van een aandeel ADSM gaat stijgen. Daarom koopt Peter twee call opties met een uitoefenprijs van € 46. Een aandeel ADSM noteert nu € 44,76. De optiepremie is € 1,50. Enkele maanden later stijgt de koers van een aandeel ADSM naar € 78,-. Bereken het verlies voor de schrijver van de twee call opties.
A
€ 6.100
B
€ 6.348
C
€ 6.800
D
€ 7.048

Slide 27 - Quiz

200 x (78 - 46 - 1,50) = 6.100,-.
Het antwoord is A: 6100

 200 x (78 - 46 - 1,50) = 6.100,-.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Guus koopt drie call opties omdat hij verwacht dat de koers van het aandeel Fugro gaat stijgen. Een aandeel Fugro heeft nu een beurskoers van € 4,75. De uitoefenprijs is € 4,90. Na 3 maanden is de koers van het aandeel Fugro gedaald naar € 4,60. De optiepremie is € 0,40. Bereken de waarde van de call opties na drie maanden
A
€ 90
B
€ 60
C
€ -30
D
€ 0,00

Slide 29 - Quiz

De call optie is waardeloos. Guus gaat geen aandelen kopen voor 4,90 als hij diezelfde aandelen op de beurs kan kopen voor 4,60.
Het antwoord is D: 0

De call optie is waardeloos. Guus gaat geen aandelen kopen voor 4,90 als hij diezelfde aandelen op de beurs kan kopen voor 4,60.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hw.
D-toets H7 Opgaven 12 en 13

Slide 31 - Slide

This item has no instructions