This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Verpleegkundige zorg periode 1 algehele herhaling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
00:00
Het proces dat zichtbaar vuil en onzichtbaar organisch materiaal verwijdert om te voorkomen dat micro-organismen zich kunnen handhaven, vermeerderen en verspreiden. Noem je:
A
Reinigen
B
Desinfecteren
C
Steriliseren
Slide 3 - Quiz
00:13
Noem twee soorten micro-organismen
Slide 4 - Open question
01:03
Een besmetting is:
A
Binnendringen van een schadelijk micro-organisme in het lichaam.
B
Reactie van het hele lichaam op een schadelijk micro-organisme.
C
Plaatselijke reactie op een binnendringend micro-organisme of beschadiging.
Slide 5 - Quiz
01:37
Hoe kan je besmet raken met een micro-organisme, noem er 3
Slide 6 - Open question
02:16
Noem drie kenmerken van een ontsteking
Slide 7 - Open question
Van een infectie wordt je niet altijd ziek, dit hangt af van:
A
Virulentie
B
Reactie van het immuunsysteem
C
Persoonlijke weerstand
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar: je handen moet je wassen als deze zichtbaar vuil zijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat is dynamische belasting?
Slide 10 - Open question
Noem een voorbeeld van statische belasting
Slide 11 - Open question
Juist of onjuist: fysieke overbelasting is hoe ons bewegingsapparaat belast wordt tijdens inspanning
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Juist of onjuist: bij het werken met zorgvragers kan overbelasting ontstaan door kracht, herhaling en een moeilijke werkhouding
A
Juist
B
Onjuis
Slide 13 - Quiz
Hoe zorg je ervoor dat je geen last krijgt van je rug bij het werken in de zorg?
Slide 14 - Mind map
Zoek een foto op van een actieve lift en upload deze hier
Slide 15 - Open question
Zoek een foto van een hulpmiddel die je kunt gebruiken bij toiletgang en upload deze hier
Slide 16 - Open question
Bij diabetes kan de urine naar aceton ruiken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Dit observeer je bij de urine:
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
00:10
Wat observeer je bij de defecatie?
Slide 20 - Open question
01:00
Je hebt obstipatie wanneer:
A
Minder dan drie keer per week ontlasting
B
Harde en droge ontlasting
C
Moeizame stoelgang
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 21 - Quiz
01:08
Je spreekt van diarree als de zorgvrager:
A
Meer dan drie keer ontlasting op een dag heeft
B
Dikke ontlasting heeft
C
De ontlasting groen van kleur is
D
De ontlasting blijft drijven
Slide 22 - Quiz
03:03
Zwarte ontlasting kan je krijgen door:
A
Een aambei
B
Het slikken van ijzertabletten
C
De aanwezigheid van wormen
Slide 23 - Quiz
Waarom is het bijhouden van een vochtbalans zo belangrijk?
Slide 24 - Open question
Bij een positieve vochtbalans dreigt:
A
Dehydratie
B
Overvulling
Slide 25 - Quiz
Vervolg les:
Een deel van de klas gaat galgje spelen over de hoofdstukken: 18 Menstruatie en 20 Transpiratie
Het andere deel van de klas gaat kwartetten
Het derde deel van de klas gaat 30 seconds spelen over H 19 Sputum