Par. 1: De stroomkring

De stroomkring
1 / 15
next
Slide 1: Slide
naskNatuurkunde+1Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De stroomkring

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 Elektriciteit


Voorkennis/introductie
  1. De stroomkring
  2. Serie of parallel schakelen
  3. Stroomsterkte en spanning meten
  4. Vermogen
  5. Energie
  6. Beveiliging

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
LEERDOELEN

  • Je kunt herkennen of een stroomkring onderbroken of gesloten is.
  • Je kunt de symbolen van elektrische onderdelen benoemen.
  • Je kunt een schakelschema tekenen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een schakelaar en een drukschakelaar.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen geleiders en isolatoren.
  • Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.

Slide 3 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Begrippen 

  • Onderbroken stroomkring / Gesloten stroomkring
  • Schakelschema
  • Drukschakelaar
  • Geleiders en isolatoren

Slide 4 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Onderbroken of gesloten
In de figuur  staan de lamp en de schakelaar in één stroomkring. Omdat de schakelaar ‘open’ staat, brandt de lamp niet.
In een schakeling loopt nooit stroom als een schakelaar ‘open’ is. De stroomkring is dan onderbroken. Je noemt dit een onderbroken stroomkring. De lamp brandt alleen als de schakelaar ‘gesloten’ is. Bij een gesloten schakelaar heb je een gesloten stroomkring

Slide 5 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Onderbroken of gesloten
In de figuur  staan de lamp en de schakelaar in één stroomkring. Omdat de schakelaar ‘open’ staat, brandt de lamp niet.
In een schakeling loopt nooit stroom als een schakelaar ‘open’ is. De stroomkring is dan onderbroken. Je noemt dit een onderbroken stroomkring. De lamp brandt alleen als de schakelaar ‘gesloten’ is. Bij een gesloten schakelaar heb je een gesloten stroomkring

Slide 6 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 


In het schakelschema is een onderbroken stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. 

Slide 7 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 


Bij het schakelschema hiernaast is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

Slide 8 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 

In het schakelschema is een onderbroken stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. Bij het schakelschema  is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

Slide 9 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Schakelschema met een drukschakelaar
Soms is het niet handig als een schakelaar dicht blijft staan. daarom gebruik je een drukschakelaar. Als je de knop indrukt, sluit je de stroomkring. Als je de knop loslaat, veert het contact terug. 



Slide 10 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Schakelschema met een drukschakelaar
Soms is het niet handig als een schakelaar dicht blijft staan. daarom gebruik je een drukschakelaar. Als je de knop indrukt, sluit je de stroomkring. Als je de knop loslaat, veert het contact terug. 

Als je het rempedaal intrapt gaat het remlicht aan. Als je het rempedaal loslaat, gaat het remlicht weer uit. 

Slide 11 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Geleiders en isolatoren
Apparaten hebben elektrische stroom nodig om te kunnen werken. Je sluit deze apparaten daarom met een stroomkabel aan op een stopcontact. De stroom loopt door de koperdraad die in zo’n snoer zit. De buitenkant van het snoer is van plastic. Daar loopt geen elektrische stroom doorheen.
Een materiaal waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen, noem je een geleider. Alle metalen zijn goede geleiders.
Een isolator is een materiaal waar geen elektrische stroom doorheen kan lopen. Als je in een stroomkring een isolator zet, is de stroomkring onderbroken. Lucht is een goede isolator. Kunststof en rubber zijn ook goede isolatoren.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Onthouden
  • Alleen in een gesloten stroomkring loopt stroom. In een onderbroken stroomkring loopt geen stroom en met een schakelaar kun je een stroomkring gemakkelijk openen en sluiten.
  • In een schakelschema teken je met symbolen een schakeling. 
  • Een drukschakelaar zorgt voor een gesloten stroomkring, zolang je hem ingedrukt houdt.
  • Een geleider is een materiaal waar stroom gemakkelijk doorheen kan lopen. Alle metalen zijn goede geleiders.
  • Een isolator is een materiaal waar stroom niet doorheen kan lopen. Voorbeelden van isolatoren zijn lucht, rubber en kunststof.

Slide 14 - Slide

Paragraaf 1: De stroomkring
Huiswerk

Maak de opgaves (blauw) 1 tot en met 14

Slide 15 - Slide