Le passé composé

LE PASSÉ COMPOSÉ 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

LE PASSÉ COMPOSÉ 

Slide 1 - Slide

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands de V.T.T.
Oftewel: onderwerp + vorm van zijn of hebben + voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld: ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan

In het Frans is de passé composé (V.T.T.): 
onderwerp + vorm van avoir + voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

De passé composé
bestaat uit 2 delen:

1: Hulpwerkwoord avoir 

2: Voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 4 - Slide

STAP 1
Je gaat de passé composé maken met 
 avoir:
j'ai                                        nous avons
tu as                                    vous avez
il/elle/on a                        ils/elles ont

Slide 5 - Slide

STAP 2
Maak het voltooid deelwoord: 
regarder: regarder
regard + é

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord zelf maken:
  • Je werkwoord eindigt op -er: haal -er weg, zet er é voor in de plaats.
    Bijvoorbeeld: regarder  --> regarder --> regard --> regardé

Slide 7 - Slide

Elle (regarder, passé composé) un film sur Netflix
A
a regardé
B
as regardé
C
avons regardé
D
ai regardé

Slide 8 - Quiz

Elles... (parler)
(passé composé)
A
ont parlé
B
a parlé
C
as parlé
D
ai parlé

Slide 9 - Quiz

Ils (envoyer =verzenden, passé composé)
A
ont envoyé
B
avons envoyé
C
a envoyé
D
avez envoyé

Slide 10 - Quiz

Lesdoel:
Aan het einde van de les weet je hoe je de passé composé maakt.

Slide 11 - Open question