Gram en woordjes H6,7

Gram en woordjes H6,7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Gram en woordjes H6,7

Slide 1 - Slide

Vertaal: die Ferien

Slide 2 - Open question

Vertaal: die Noten

Slide 3 - Open question

Vertaal: het proefwerk

Slide 4 - Open question

Vertaal: leren

Slide 5 - Open question

het lievelingsvak?
A
das Liebelingsfach
B
das Lieblingfach
C
das Lieblingsfach
D
das lieblingfach

Slide 6 - Quiz

begrijpen?
A
bestehen
B
verstehen
C
versteehen
D
vestehen

Slide 7 - Quiz

de havo?
A
die Realshule
B
der Realshule
C
die Realschüle
D
die Realschule

Slide 8 - Quiz

Vertaal: Ik zit nu in de brugklas.
A
Ich geh jetzt in der 7. Klasse.
B
Ich gehe jetzt in die 7. klasse.
C
Ich geh jetzt in die 7 klasse.
D
Ich gehe jetzt in die 7. Klasse.

Slide 9 - Quiz

Vertaal: Op vrijdag ben ik al om 13.00 uur uit.
A
Freitags habe ich schon um 13.00 Uhr Schluss.
B
Freitags bin ich schon um 13.00 Uhr aus.
C
Freitag's habe ich schon um 13.00 uhr Schluss.

Slide 10 - Quiz

Vertaal: In Französisch bekomme ich jede Woche Nachhilfe.

Slide 11 - Open question

Vul der, den, die, das, jed-, welch- of dies- in.
Hat dein Vater (deze)..... Auto (o) gekauft?

Slide 12 - Open question

der, den, die, das, jed-, welch- of dies-?
Ich finde (elk)..... Prüfung(v) schwierig.

Slide 13 - Open question

der, den, die, das, welch-, dies- of jed-?
Für (de)......Film (m) habe ich 13 Euro bezahlt.

Slide 14 - Open question

der, den, die, das, jed-, welch-, of dies-?
Habt ihr schon gegen (deze) .... Mannschaft (v) gespielt?

Slide 15 - Open question

Ist das (de) .....Klassenlehrer (m)?

Slide 16 - Open question

der, den, die, das, welch-, jed-, dies-?
Wir haben (de).... Zimmer(o) aufgeräumt.

Slide 17 - Open question

Wat weet je als je durch, für, gegen, ohne of um in de zin ziet staan?

Slide 18 - Open question

Wat is het enige geslacht waarbij de vierde naamval anders is dan de eerste naamval?

Slide 19 - Open question


Slide 20 - Open question

Welke stappen moet je zetten als je de juiste naamval in moet vullen?
A
Ontleden, dan voorzetsel met 4e naamval zoeken, geslacht checken, juiste vorm invullen.
B
Checken of er een voorzetsel met 4e naamval staat. Zo niet, dan ontleden, geslacht checken en de juiste vorm invullen.

Slide 21 - Quiz