herhalen thema voeding en vertering examen

Oefentoets+herhaling thema voeding en vertering
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets+herhaling thema voeding en vertering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke kies is een knipkies?
A
B
C

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het verteringstelsel van een planteneter is ..... dan die van een vleeseter
A
even lang
B
korter
C
langer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

in een gevonden schedel zitten veel plooikiezen.
Van welk soort dier is het?
A
Vleeseter
B
Planteneter
C
Alleseter

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je onderdeel 6?
A
Glazuur
B
Kroon
C
Tandbeen
D
Wortel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

welke voedingstoffen worden gebruikt als beschermende stoffen?
A
Mineralen en vitaminen
B
Koolhydraten en Vitaminen
C
Koolhydraten en eiwitten
D
Eiwitten en Vitaminen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke bewering is fout?
een voedingsvezel....
A
Prikkelt je darmen zodat je beter kunt poepen
B
Kun je niet verteren(opnemen)
C
is altijd dierlijk
D
is niet belangrijk om te eten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Appendix

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Hoe noemen we het afwisselend samentrekken van de kringspieren en lengtespieren?
A
Vertering
B
Voortstuwing voedsel
C
Darmperistaltiek
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Peristaltische beweging van de darmen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk orgaan zorgt er voor dat de voedingsstoffen in het bloed komen?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
maag
D
lever

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 17 - Quiz

Overslaan bij tijdgebrek
Wat zijn eiwitten vooral?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welk orgaan word de gal gemaakt
A
Galblaas
B
Lever
C
Alvleesklier
D
Maag

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedingstoffen worden voornamelijk in de dikke darm opgenomen?
A
Vetten
B
Koolhydraten
C
Water
D
Eiwitten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens het eten/slikken zijn de huig en het strottenklepje?
A
Huig open Strottenklepje dicht
B
Huig dicht Strottenklepje open
C
Beide open
D
Beide dicht

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De werking van een enzym

s




  • Maakt van een voedingsstof die niet opgenomen kan worden in het bloed verteringsproducten die (deels) wel opgenomen kunnen worden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
glucose
vetten
zetmeel
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer word je dikker van suiker?
A
Als je er teveel van binnenkrijgt. Het wordt dan als reservestof opgeslagen
B
Als je de suiker als brandstof gebruikt
C
Als je de suiker als bouwstof gebruikt
D
Je wordt altijd dikker van suiker als je dat eet

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Een zuurder 'smaakje' toevoegen aan voedsel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van alvleeskliersap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

1. Gal wordt gemaakt in de galblaas
2. Gal emulgeert vet, het maakt dat vet uit kleinere
bolletjes gaat bestaan
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

1. Vanuit de dikke darm worden water en
voedingsvezel aan het bloed toegevoegd
2.De niet-verteerde voedselresten verlaten het
lichaam via de anus
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions