4M - L17 P1 - spreken: winkel

4M Les 17 P1
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4M Les 17 P1

Slide 1 - Slide

Periode 2
am Mittwoch dem 23. Okt: SO1


Prüfungswoche: MO2





-

Slide 2 - Slide

SO1

grammaticadeel
- hulpwerkwoorden
(haben, sein & werden)
- regelmatige werkwoorden
- modale werkwoorden
tegenwoordige tijd
voltooide tijd
+
woordjes Kapitel 1 t/m 5
MO2

1 . routebeschrijving
2. bij de receptie
3. op het station
4. bij de VVV
5. in een winkel
6. op een terrasje
7. bij de dokter
8. op het politiebureau
 

Slide 3 - Slide

In de Kledingwinkel

Slide 4 - Slide

die Jacke
die Hose (die Jeans)

Slide 5 - Slide

der Rock
das Kleid

Slide 6 - Slide

der Stiefel (die Stiefel)
der Schuh (die Schuhe)

Slide 7 - Slide

das T-Shirt
der Gürtel

Slide 8 - Slide

das  Hemd
die Bluse

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Drag question

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 11 - Drag question



Die Kappe ist blau

Die Jacke ist orange

Slide 12 - Slide

Welche Kleidung kennst du jetzt?

Slide 13 - Mind map

Beschreibe die Lehrerin. Was trägt sie?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Woordenschat Duits

Auf einer Terasse
> bestek / kopjes
> bestellingen
> betalen

SO + MO2

Slide 16 - Slide

Gabel
Kellnerin
Obst
Löffel
Selbstbedienung
Imbiss
Gemüse
Theke
Teller
fruit
snackbar
lepel
bar
groenten
zelfbediening
vork

Slide 17 - Drag question

Kan ik u helpen?

Slide 18 - Open question

Ik wil graag een cola.

Slide 19 - Open question

De soep smaakt heel lekker

Slide 20 - Open question

Het is goed zo.
(als je fooi geeft)

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

spreekopdracht 2 (MO2)
nog in te plannen - tijdens toetsweek
uitspraak > voorlezen en dan 4 scenario's (van 8)

Slide 23 - Slide

Hoe spreek je de 'frühstücken' uit?
A
fruu - stukn
B
fruu - sjtuukn
C
froe - stoekkn
D
froe - stjoekn

Slide 24 - Quiz

Hoe spreek je de 'g' uit in woorden als 'gerne' en 'Geld'?
A
gewoon als onze g
B
als sch
C
als een k
D
als de Engelse g in 'garden' en 'girl'

Slide 25 - Quiz

Hoe spreek je Getränke uit?
A
getranke
B
getrenke
C
chetranke
D
chetrenke

Slide 26 - Quiz

Hoe spreek je Suppe uit?
A
zuppe
B
tsuppe
C
zoeppe
D
tsoeppe

Slide 27 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'geträumt'?
A
[getraumt]
B
[getreumt]
C
[getroimt]
D
[getrumt]

Slide 28 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[scheun]
D
[sjeun]

Slide 29 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'Schnäppchen'?
A
[schnapchen]
B
[sjnapsjen]
C
[schnapsjen]
D
[sjnepchen]

Slide 30 - Quiz

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 31 - Slide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 32 - Slide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 33 - Slide