rekenen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

paragraaf 4.5

Doel van de les:

- Je weet de verbanden tussen procenten, breuken en verhoudingen. 

- Je kunt deze verbanden gebruiken om te rekenen met procenten, breuken en verhoudingen.

Lesverloop

Quiz

instructie (voor wie wil)

zelfstandig werken 

Klaar? Nakijken

1 op 10, hoeveel procent is dat?

1. 1%
2. 50%
3. 10%
4. 100%

Schrijf 4/8 als een vereenvoudigde breuk

1. 1/2
2. 4/4
3. 1/4
4. 3/4

Schrijf 1/8 als kommagetal

1. 0,8
2. 0,8888
3. 0,125
4. 0,2

0,6: welk percentage hoort hierbij?

1. 6%
2. 0,6%
3. 16%
4. 60%

0,25 als breuk is?

1. 1/2
2. 1/5
3. 1/3
4. 1/4

Hoeveel procent is 1/1?

1. 100%
2. 1%
3. 50%
4. 10%

Schrijf 23% als kommagetal

1. 2,3
2. 0,2
3. 0,023
4. 0,23

Wat is 50% van 200?

1. 50
2. 100
3. 150
4. 200

Welk kommagetal hoort bij 1/6?

1. 0,143
2. 0,167
3. 0,125
4. 0,2

Hoe schrijf je 0,2 als percentage?

1. 20%
2. 0,02%
3. 2%
4. 200%

WAAR of NIET WAAR: 1/3 is 30%

1. Waar
2. Niet waar

WAAR of NIET WAAR: 6/8 is gelijk aan 75%

1. Waar
2. Niet waar

1 van de 20: hoe schrijf je dat als percentage?

1. 20%
2. 5%
3. 10%
4. 25%

5 van de 20: hoe schrijf je dat als kommagetal?

1. 0,25
2. 0,15
3. 0,20
4. 0,5

WAAR of NIET WAAR: 0,5 is gelijk als 50%

1. Waar
2. Niet waar

Welke breuk is 2/8?

1. 
2. 
3. 

Welke breuk hoort bij het kommagetal 0,111?

1. 1/8
2. 1/7
3. 1/6
4. 1/9

Wat is het kommagetal van 2/3?

1. 0,6
2. 0,66
3. 0,60
4. 0,33

Welke 2 breuken passen bij 25%?

1. 1/8
2. 2/8
3. 1/4
4. 2/4

Dit was de quiz!!