les 10

4 HAVO M&O (les 10)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

4 HAVO M&O (les 10)

Slide 1 - Slide

programma
Starten met H2 (de start)

Oprichting van een eigen bedrijf

In 2.2 gaan we 11 zaken doorlopen die met de oprichting van een onderneming te maken hebben

In 2.3 gaan we rekenen met BTW


Slide 2 - Slide

toets op vrijdag
 29 september
  • hoofdstuk 1
  • donderdag 28 september, laatste zaken en oefenopgaven maken
  • dinsdag 26 september, 3e uur/kleine pauze inloop voor vragen over H1 (wel even van te voren mailen!)

Slide 3 - Slide

doel van de les

Begrip krijgen van zaken waarmee je te maken krijgt bij de oprichting van een eenmanszaak

Kunnen rekenen met BTW

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

bedrijf starten (de kast):
veel regelen
  1.  vergunningen (horeca, reclame, bestemmingplan)
  2. Inschrijven KvK (naam, registratie)
  3. administratie (boekhouding is wettelijk verplicht, 7 jaar bewaren)


opdracht 35: waarom 7 jaar bewaren?

Slide 6 - Slide

bedrijf starten (de kast):
veel regelen
4. vestigingsplaats
opdracht 36: wat is belangrijk bij de vestiging(splaats) van een meubelzaak?

Financieel:
5. investeringsbegroting (kosten van opzet van de onderneming).
6. resultatenbegroting (kosten, opbrengsten en winst).
7. liquiditeitsbegroting (uitgaven en inkomsten)

Slide 7 - Slide

de rechtsvorm
  • juridische vorm (hoe betaal je belasting, scheiding eigendom/leiding, aansprakelijkheid)
  • eenmanszaak, vof, BV, NV, CV
  • advies: notaris, KvK, advocaat, juridisch loket



Slide 8 - Slide

eenmanszaak
Eenmanszaak: (opdracht 38)
  • eigenaar is leider,
  • voortbestaan afhankelijk van 1 persoon,
  • banken financieren weinig,
  • bij overlijden stopt onderneming (vervelend voor werknemers)

maak opgave 39 en 40
in duo's ca. 5 minuten
daarna klassikaal bespreken

Slide 9 - Slide

btw
belasting toegevoegde waarde: belasting over de omzet (prijs x hoeveelheid)

consumentenbelasting

indirecte belasting (bedrijven incasseren en dragen af)

21% (luxe), 6% (noodzakelijke levensbehoeften) of 0% (onderwijs, gezondheid)

Slide 10 - Slide

btw (2)
  • iedere ondernemer moet BTW berekenen op de verkoop
  • ontvangen BTW door ondernemers moeten naar Belastingdienst
  • door ondernemers betaalde BTW krijgen ze terug van de belastingdienst.
  • BTW aangifte voor ondernemers is een saldo.


BTW zijn geen kosten van een ondernemer


Rekenvoorbeeld (121%)


Maken opgave 41 en 42 (in duo's, 15 minuten)


Slide 11 - Slide

slot


Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video