Par. 8.2. Europese identiteit

Welkom! 
Dit is een digitale les die je zelfstandig door kunt komen. In deze les zitten filmpjes, dia's met uitleg en enkele quizvragen die aansluiten op de uitleg.

Veel succes!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom! 
Dit is een digitale les die je zelfstandig door kunt komen. In deze les zitten filmpjes, dia's met uitleg en enkele quizvragen die aansluiten op de uitleg.

Veel succes!

Slide 1 - Slide

Opbouw presentatie
  1. Herhaling 8.1 met quizvragen
  2. Uitlegfilmpje van 8.2
  3. Quizvragen 8.2 nadat je de uitleg gevolgd hebt.
  4. Wat ga je nu doen?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 8.2
  1. Je kunt uitleggen hoe een Europese identiteit kan ontstaan en waarom dit veel tijd kost.
  2. Je kunt vijf kenmerken geven van de Europese identiteit, zoals burgers in de EU die ervaren.
  3. Je kunt beschrijven hoe belangrijk de Europese identiteit is voor burgers in de EU.
  4. Je kunt uitleggen waarom groepen mensen een Europese identiteit bedreigend vinden.
  5. Je kunt beschrijven hoe belangrijk jouw Europese identiteit is als je die vergelijkt met je nationale identiteit.

Slide 3 - Slide

Herhalen leerdoelen 8.1


Deze staan op de volgende dia!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Herhalen 
Je gaat nu een aantal herhalingsvragen van 8.1 krijgen. 

Ben je in staat om deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden?

Kracht zit in de herhaling!

Slide 6 - Slide

Europese Commissie
Raad van de EU
Europees Parlement
Bestaat uit ministers van een bepaald onderwerp, beslist over voorstellen van de Commissie
Regering van Europa
Controleert of de Europese Commissie haar werk goed doet

Slide 7 - Drag question

Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur

Slide 8 - Quiz

In welk jaar werd de Europese Unie (EU) opgericht?
A
1956
B
1993
C
1995
D
2002

Slide 9 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Belasting die een land heft op goederen die worden geïmporteerd.
A
Subsidies
B
Vestigingsplaatsvoordelen
C
Ruilvoetverslechtering
D
Importheffing

Slide 10 - Quiz

welke Europese gemeenschap werd als eerst opgericht ?
A
EGKS
B
EEG
C
GLB
D
de EU

Slide 11 - Quiz

Wat was er in 1957.
A
EGKS
B
Verdrag van schengen
C
EEG
D
EU

Slide 12 - Quiz

Welk kenmerk van de EU hoort bij welk voordeel? Maak de juiste combinaties.
I. Europese samenwerking
II. Arbeids- en afzetmarkt van ongeveer 500 miljoen mensen.
III. Geen beperkende tarieven en bepalingen.
A. vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
B. Vrede en stabiliteit.
C. Meer welvaart.

Slide 13 - Drag question

De PVV wil dat Nederland uit de EU gaat. De PVV vindt dat Nederland niet meer soeverein is. Wat bedoelt de PVV hier mee?

Slide 14 - Open question

Een voordeel is dat het klimaatprobleem beter aangepakt kan worden. Leg dit uit.

Slide 15 - Open question

Wat is de Eurozone?
A
Alle EU-lidstaten die de euro niet gebruiken
B
Alle EU-lidstaten die die euro wel gebruiken
C
Alle landen die rond de EU liggen

Slide 16 - Quiz

Welk Europees orgaan kun je vergelijken met de Tweede Kamer?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 17 - Quiz

Welk Europese organen controleren de Europese Commissie?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 18 - Quiz

Waarom is de EGKS/EEG opgericht?

Slide 19 - Open question

Uitleg 8.2
Lees eerst 8.2 door uit je leerboek. 
Daarna ga je voor deze paragraaf een uitlegfilmpje kijken. Na het filmpje volgen (verplichte) quizvragen als check of je de stof hebt begrepen.

Tip: noteer in je schrift per dia de kern van de theorie.  

Slide 20 - Slide

Let op!
De volgende dia's bevatten de afbeeldingen van de powerpoint van paragraaf 8.2.
Op elke dia staat een microfoontje. Als je daarop klikt, krijg je mijn uitleg bij die dia te horen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe een Europese identiteit kan ontstaan en waarom dit veel tijd kost.
  • Je kunt vijf kenmerken geven van de Europese identiteit, zoals burgers in de EU die ervaren.
  • Je kunt beschrijven hoe belangrijk de Europese identiteit is voor burgers in de EU.
  • Je kunt uitleggen waarom groepen mensen een Europese identiteit bedreigend vinden.
  • Je kunt beschrijven hoe belangrijk jouw Europese identiteit is als je die vergelijkt met je nationale identiteit.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Check: kun je deze vragen over 8.2 nu beantwoorden?

Slide 31 - Slide

Welke identiteit(en) is belangrijker?
A
Europees
B
Lokaal
C
Nationaal
D
Wereld

Slide 32 - Quiz

Geef twee oorzaken/redenen waarom de Europese identiteit vrij klein is.

Slide 33 - Open question

Op welke manier kan de Europese identiteit wel ontwikkelt worden?

Slide 34 - Mind map

Stelling: de Europese identiteit ontwikkelt zich beter en sneller door het Coronavirus.

Slide 35 - Open question

Noem 3 kenmerken die Europeanen bij Europa/EU vinden horen

Slide 36 - Mind map

Wat is het verband tussen een toename van de Europese identiteit en nationalisme?

Slide 37 - Open question

Voel jij je wel eens Europeaan? Zo ja, wanneer dan? Zo niet, waarom niet?

Slide 38 - Open question

In welk deel zal de Europese identiteit het grootst zijn?
A
Westelijk deel van Europa
B
Oostelijk deel van Europa

Slide 39 - Quiz

Leerdoelen 8.2 behaald?
Je kunt uitleggen hoe een Europese identiteit kan ontstaan en waarom dit veel tijd kost.
Je kunt vijf kenmerken geven van de Europese identiteit, zoals burgers in de EU die ervaren.
Je kunt beschrijven hoe belangrijk de Europese identiteit is voor burgers in de EU.
Je kunt uitleggen waarom groepen mensen een Europese identiteit bedreigend vinden.
Je kunt beschrijven hoe belangrijk jouw Europese identiteit is als je die vergelijkt met je nationale identiteit.

Huiswerk voor maandag:
- lezen paragraaf 8.3: in de les zal ik dit niet uitgebreid meer behandelen, je zult het dus zelf moeten lezen!

Slide 40 - Slide