Kern 3 Kader 3 les 15

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

WELKOM
Je bent aan de slag met de volgende onderdelen
In stilte!
* Numo
- iets voor jezelf!
Het is tenslotte studievaardigheden

veel plezier!


Slide 2 - Slide

Wat moet je leren voor SE 3 !!! Nederlands
- Je moet weten welke functie een kern van een verhaal heeft.
- Je moet weten uit welke delen een alinea is opgebouwd. (welke 3 delen?)
- Je moet weten hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft bij jij, u, hij, zij en het.
- Je moet weten hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft.
(je krijgt een aantal zinnen waarin je moet aangeven of het werkwoord goed is geschreven of niet).
- Je moet weten hoe je de juiste vorm van het werkwoord schrijft.
(je krijgt een aantal zinnen waar je het juiste werkwoord in de juiste vorm moet opschrijven.
- Je moet zinnen schrijven waarbij je een werkwoord in de voltooide tijd moet zetten.
(je krijgt bijvoorbeeld het woord duwen, je moet hier een zin van maken met het voltooid deelwoord van duwen erin)
- Je moet weten hoe je leestekens gebuikt.
(leesteksten zijn punten, hoofdletters, komma’s, vraagtekens , uitroeptekens e.d.)
- Je moet weten op welke manier een tekst wordt ingeleid.
- Je moet weten wat de tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden zijn.
- Je moet weten hoe je een zakelijke brief schrijft.
(waar komt jouw adres, waar komt het adres van de ontvanger, hoe eindig je een zakelijke brief.)
- Je moet weten wat de aanhef is. (van een zakelijke brief)
- Je moet weten wat meningen, feiten en argumenten zijn.
(je krijgt een aantal zinnen waar je moet aangeven of het een mening, feit of argument is.)
- Je moet een zakelijke BRIEF zelf schrijven.
(let dan dus goed op waar je je adres gegevens e.d. zet)

Slide 3 - Slide

Kern 3 Kader 3 les 15
WELKOM!

Nodig: boek (hoofdstuk 15), laptop, pen en map/schrift

Slide 4 - Slide

Welk tekstverband ken jij nog? Noem er 1.

Slide 5 - Mind map

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 6 - Slide

Tekst bij vraag 1
We lezen eerst de tekst op blz. 34.  We luisteren naar: 

Slide 7 - Slide

Bekijk vraag 1. Welk antwoord kies jij?
A
conclusie
B
toelichting
C
tijd
D
tegenstelling

Slide 8 - Quiz

Belangrijk
We lezen nu het vak "Belangrijk". We luisteren naar: 

Slide 9 - Slide

Vraag 3. Wat is jouw antwoord?

Slide 10 - Open question

Vraag 4. Wat is het doel en wat is het middel?

Slide 11 - Open question

Vraag 5
Door welke signaalwoorden kun je de letters in de tekst vervangen? De beurt is voor: 

Slide 12 - Slide

Vraag 6. Welke twee signaalwoorden heb je gezien?

Slide 13 - Open question

Vraag 7. Welke situatie wordt in alinea 1 toegelicht?

Slide 14 - Open question

Vraag 8. Welk antwoord kies jij?
A
toelichting
B
oorzaak en gevolg
C
opsomming
D
voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Vraag 9. Wat is jouw antwoord?

Slide 16 - Open question

Vraag 10: welke reden heb je gevonden in de tekst?

Slide 17 - Mind map

antwoord vraag 10

Slide 18 - Slide

Vraag 11. Welk antwoord kies jij?
A

Slide 19 - Quiz

Vraag 12 en 13
We bespreken nu vraag 12 en 13. Graag hoor ik jouw antwoord: 

Slide 20 - Slide

Antwoorden vraag 12 en 13

Slide 21 - Slide

HUISWERK
Voor de volgende les:

Slide 22 - Slide

Controlevraag: weet ik nu welke tekstverbanden er zijn?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Nabespreking
Heb je deze les goed begrepen? Wat was nieuw / moeilijk? Wat wil je nog vragen of zeggen?

Slide 24 - Slide

Begrippen uit deze les: noteer onder de sleutelwoorden in je map.
Tekstverband
signaalwoord

Slide 25 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open question