5 3LO:23 neemt leiding over en aanvaardt leiding van medeleerlingen in bewegingssituaties
21 3 LO 25 duidt aan in welke bewegingssituaties ze zich goed voelen en welke bewegingsactiviteiten het best aansluiten bij hun fysieke en relationele mogelijkheden (T).
30 3LO:22* ziet het belang in van een goede fysieke conditie.
35 3LO:19 integreert basisregels van houdings- en rugscholing in alle mogelijke situaties..
40 3LO:15* ervaart duurzame bewegingsvreugde op basis van competente deelname aan verschillende bewegingsactiviteiten.
41 3LO:21* is bereid bewegen te integreren in zijn levensstijl en is zich bewust van verschillende mogelijkheden hiervoor.
67 3LO 8 geeft over bewegingssituaties zijn mening, wisselt bewegingservaringen uit en trekt hieruit conclusies voor de eigenuitvoering. (T)
70 3LO:7 geeft aan, zowel bij zichzelf als bij anderen, waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt en biedt eenvoudige oplossingen aan op basis van een beperkt aantal afgesproken criteria. (T)
125 3LO:11 kan met gekende motorische vaardigheden een creatieve combinatie samenstellen en uitvoeren, alleen of met anderen.
Anne Bottequin