This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Middeleeuwen
Slide 1 - Mind map
Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500.
Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)
Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk: 3.1 t/m 3.4
Tijdvak: Tijd van Monniken en Ridders
jaartallen: 500-1000
periode: (vroege) middeleeuwen
Kenmerkende aspecten:
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De vervanging van de steden in Europa voor alleen maar landbouw georganiseerd via het hofstelsel en horigheid.
Het ontstaan van het feodale stelsel
De verspreiding van het christendom in Europa
Overzicht tijdvak 3
Slide 3 - Slide
3.1 De opkomst van de islam
Slide 4 - Slide
Kenmerkend aspect
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Slide 5 - Slide
Islam
Slide 6 - Mind map
Doelen van de les
Hoe ontstond de islam?
Kenmerken van de islam.
Hoe breidde het Arabische rijk zich uit?
Hoe ontwikkelden de Arabische samenleving en cultuur zich?
Hoe verspreidde de islam zich verder?
Slide 7 - Slide
Leerdoel 1
Hoe ontstond de islam?
Slide 8 - Slide
Ontstaan van de islam
Midden-Oosten
- Onherbergzaam gebied
- Stammensamenleving
- Polytheïstische godsdienst
Slide 9 - Slide
Over het ontstaan van de islam is weinig met wetenschappelijke zekerheid bekend, net als over het ontstaan van het jodendom en christendom
Dit nieuwe geloof heeft joodse en christelijke wortels; ontstaan rond 610 toen Allah (Arabisch voor God) de Arabische handelaar Mohammed als zijn boodschapper (profeet) aanwees.
Mohammed krijgt een visioen "Allah is de enige god en jij bent zijn profeet"
Mohammed moest deze boodschap verkondigen.
In Mekka wilde men niets van de boodschap van Mohammed weten
622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
--> hedsjra: begin van de Islamitische jaartelling
Vanaf het begin een godsdienst van heersers; niet bestreden,
Islamitische jaartelling begint bij verdrijving Mohammed niet geboorte (622),
Niet alleen geestelijk leider ook wereldlijk machthebber
Slide 11 - Slide
Tijdlijn
Ontstaan islam:
610 n.C. Mohammed krijgt opdracht van God om zijn profeet te worden.
622 n.C. Mohammed wordt uit Mekka verdreven. (Begin jaartelling moslim)
622 n.C. Mohammed krijgt de macht in Medina.
632 n.C. Engel Gabriel verschijnt aan Mohammed en geeft hem De Verzen van Allah door. (Dit wordt uiteindelijk de Koran)
632. n.C. Mohammed sterft in Medina.
Slide 12 - Slide
De 5 zuilen van de islam
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
leerdoel 2
Splitsing binnen de islam
Slide 17 - Slide
Na Mohammeds dood (632) breidden kaliefen (opvolgers) de islamitische staat (kalifaat) uit tot een groot Arabisch rijk door het Perzische rijk en delen van het Byzantijnse rijk te veroveren.
Het begrip jihad is zowel innerlijk als
uiterlijk. Leg uit.
In 650 eindigde de expansie door
burgeroorlogen binnen het kalifaat.
Hoe het Arabische rijk werd uitgebreid.
(heilige strijd) 1. innerlijke strijd om een goed moslim te zijn en de strijd om e islam te verdedigen, 2. verplichting voor moslims om hun godsdienst te verspreiden, zo nodig met geweld
Slide 18 - Slide
tot 661 - Kalief Ali
tot 750 de Obbjaden
Tot 900 de
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
de belangrijkste verschillen tussen soennieten en sjiieten samengevat.
Slide 21 - Slide
Leerdoel 3
Verspreiding van de islam
Slide 22 - Slide
Expansie onder de verschillende kalifaten
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Vanaf eind 7e eeuw veroverden islamitische legers grote delen van
- centraal-Azië en
- Noord-Afrika.
Europa
711 n.C.: moslims steken de straat van Gibraltar over. De verovering van het Iberisch schiereiland begint.
732 n.C.: Karel Martel verslaat de moslims bij Potiers waarmee de opmars van de moslims worden gestopt.
De verspreiding van de islam
Slide 25 - Slide
De Perzische en Byzantijnse rijken waren ernstig verzwakt
Ze waren militair sterk door hun nomadisch bestaan
Ze waren door de islam niet meer verdeeld en streden voor hun geloof
Ze maakten kans op een rijke buit
Ze werden geholpen door de overwonnen volken
Hoe konden de Arabieren hun rijk zo snel uitbreiden?
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Onder de Abbasiden stopte de expansie, wel verdere verspreiding islam: o.a. in Afrika en in Indonesië
Vanaf 11e eeuw verovering van Anatolië door Turken:
stichting Ottomaanse rijk
1453 verovering van Constantinopel, einde Byzantijnse rijk
Hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
Mehmed II verovert Constantinopel (1453)
Slide 28 - Slide
Leerdoel 4
Hoe ontwikkelden de Arabische samenleving en cultuur zich?
Slide 29 - Slide
.
Ondanks het uiteenvallen van het kalifaat waren delen van de Arabische wereld economisch en cultureel verbonden door:
welvarende landbouwstedelijke samenleving
bloeiende beschaving met Arabisch schrift en taal, islam als staatsgodsdienst
nieuwe architectuur met o.a. moskeeën
tolerantie van christendom en jodendom
overname van elementen van Perzische en Grieks-Romeinse cultuur
bevordering van de wetenschap
Hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden
Omajjadenmoskee, Damascus
Slide 30 - Slide
Culturele Bloei
Arabieren waren ook tolerant in wetenschap en filosofie:
Kopieerden wetenschappelijke werken van oude Grieken
Kopieerden filosofische werken van de oude Grieken.
Combineerden Grieks-Romeinse bouwvormen met eigen bouwvormen.
Slide 31 - Slide
Volg de weekplanner
2.3
8/15/16
Zelfstandig werken en huiswerk
timer
10:00
Slide 32 - Slide
Test
Slide 33 - Slide
Wat is de juiste chronologische volgorde in ontstaan?
A
Christendom, Islam, Jodendom
B
Islam, Christendom Jodendom
C
Jodendom, Christendom, Islam
D
Jodendom, Islam, Christendom
Slide 34 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vijf keer per week naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Minstens vijf keer per dag bidden
Slide 35 - Quiz
Wie is geen profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Jakob
D
Gabriël
Slide 36 - Quiz
Waar is de islam ontstaan?
A
Arabië
B
Indonesië
C
Spanje
D
Turkije
Slide 37 - Quiz
Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot
Slide 38 - Quiz
Wat zijn kruistochten?
A
Oorlog om Jeruzalem te bevrijden
B
Reizen om ongelovigen te bekeren
C
Bedevaarten
D
Een tocht die wordt begonnen na een oproep van de paus
Slide 39 - Quiz
Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de zesde eeuw na Christus.
Slide 40 - Quiz
De middeleeuwen is van ....
A
500 tot 1500 n.Chr.
B
500 tot 1000 n.Chr.
C
1000 tot 1500 n.Chr.
D
500 v.Chr. tot 500 n. Chr
Slide 41 - Quiz
Wat is geen kenmerkend aspect van tijdvak 3 (500-1000 n Chr.)?
A
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
B
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
C
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving