Literair satirisch, maatschappijkritisch, verhalend, muzikaal, nonsens, fysiek, stand-upcomedy en Zap-cabaret
de cabaretier speelt met taal, soms is dat poëtisch, maar soms is hij/zij keihard en hatelijk.
Voorbeeld: Wim Sonneveld, Herman Finkers.
maatschappijkritisch
de cabaretier analyseert op eigenzinnige wijze actuele, maatschappelijk en politieke gebeurtenissen.
Voorbeeld: Wim Kan, Freek de Jonge, Theo Maassen
verhalend
de cabaretier vertelt een, meestal licht absurd, verhaal met een moraal erin verpakt.
Voorbeeld: Youp van 't Hek, Harrie Jekkers
muzikaal
de cabaretier speelt met muziek, bijvoorbeeld door bekende melodieën te verdraaien of te combineren.
Voorbeeld: Hans Liberg, Kees Torn
nonsens
de cabaretier vertelt (schijnbaar) onzinnige en absurde verhaaltjes en speelt idiote typetjes.
Voorbeeld: Hans Teeuwen, Urbanus, Najib Amhali, Bert Visscher
fysiek
in de voorstelling ligt de nadruk minder op tekst, maar meer op acrobatische stunts en grappen met voorwerpen en apparaten.
Voorbeeld: Waardenberg en De Jong, Schudden en de Ashton Brothers.
stand-upcomedy
vergeleken met het Nederlandse cabaret is het theatrale element bij stand-upcomedy ingeperkt. In plaats van langere nummers en muzikale onderdelen bestaat het slechts uit korte humoristische anekdotes.
Voorbeeld: Raoul Heertje, Jörgen Raymann.
Zap-cabaret
Dit is een soort van cabaret waarbij er snel wordt geschakeld tussen diverse vormen van cabaret, typetjes of liedjes.
Voorbeeld: De Vliegende Panters, Jochem Myjer.
cabaret op maat
de cabaretier als gast bij bijvoorbeeld een overheid, instelling, of bedrijf en richt zijn satire op het onderwerp ter plekke.
Voorbeeld: Allerlei bedrijven en verenigingen.