R: Ik ken het verschil tussen criminele- & niet criminele derving.
Ik weet welke verpakkingen geschikt zijn voor verschillende producten.
T1: Ik kan situaties van derving herkennen en de juiste maatregelen koppelen.
T2: Ik kan een pakket op de juiste manier verzendklaar maken en adresseren.
I: Ik kan uitleggen waarom een goede verpakking en verzending belangrijk zijn voor een bedrijf.