This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Paragraaf 3.4: De opbouw van Zuid-Amerika
Slide 1 - Slide
Platentektoniek rond Zuid-Amerika
Westen: Actieve continentrand (subductie)
Oosten: Passieve continentrand
Slide 2 - Slide
Scheiding Zuid-Amerika / Afrika
Divergente zone
Slide 3 - Slide
4 zones
1) Hooglanden (tot 3000 meter):
- Suriname
- Guyana
2) Andes gebergte
3) Plateau van Patagonië (vlak)
4) Laagland:
- Amazone (let op: fout in kaart
Hoogland = laagland)
- Orinoco
- Parana/Paraguay
Slide 4 - Slide
Gevoelig voor erosie
Gevoelig voor aardverschuivingen
Sedimentatie
Slide 5 - Drag question
4 zones
1) Hooglanden (tot 3000 meter):
- Suriname
- Guyana
2) Andes gebergte
3) Plateau van Patagonië (vlak)
4) Laagland:
- Amazone (let op: fout in kaart
Hoogland = laagland)
- Orinoco
- Parana/Paraguay
Slide 6 - Slide
Verhoging oostkust Zuid-Amerika
Bijzonder: Geen actieve plaatgrens aan oostkust
Plaat werkt als een matras: plooiing niet alleen bij Andes, maar:
- Ten oosten van Andes een laagland (verzameling sedimenten!)
- Verder ten oosten weer een hoger gebied: Braziliaans Hoogland
Slide 7 - Slide
2022 TV1 opgave 4. Gebruik de bronnen 8 en 9. De Mount Everest wordt elk jaar ongeveer een centimeter hoger. Geef aan waardoor de Mount Everest elk jaar hoger wordt. Betrek in je antwoord de namen van de tektonische platen.
Slide 8 - Open question
Gebruik de bronnen 8 en 9. De voet van de Mount Everest bestaat uit metamorf gesteente en de top bestaat uit kalksteen. Geef aan - door welk proces het metamorf gesteente ontstaan is; - in welk milieu de sedimenten afgezet zijn waaruit het kalksteen ontstaan is.
Slide 9 - Open question
Gebruik de bronnen 8 en 10 en het kaartenkatern. De Mount Everest kan alleen in de maanden april en mei veilig beklommen worden. In deze maanden zijn de weersomstandigheden het gunstigst. Geef aan waardoor de maanden - vóór april ongunstig zijn voor een beklimming van de Mount Everest; - na mei ongunstig zijn voor een beklimming van de Mount Everest.
Slide 10 - Open question
Gebruik bron 8. Een beklimming van de Mount Everest kost tienduizenden euro’s per persoon. Nepal overweegt minder vergunningen uit te geven om file-klimmen tegen te gaan. Beredeneer dat bij deze overweging argumenten uit twee verschillende dimensies met elkaar botsen.
Slide 11 - Open question
Aan de slag:
LessonUp Landschapsverandering
LessonUp Klimaat
LessonUp Platentektoniek
LessonUp: Fysische Geografie van Brazilië (nieuw!)