This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Zorg omtrent blaaskatheters
Suzanne Alberts 30-08-2019
Slide 1 - Slide
Introductie
Overzicht zorg voor blaaskathethers
Indicaties, complicaties etc.
Gebaseerd op Verenso richtlijn (2011) en Handreiking Ysis (EPD verpleeghuis)
Slide 2 - Slide
Welk medicijn is geen mogelijke oorzaak van urineretentie
A
Paroxetine
B
Atrovent
C
Diclofenac
D
Oxycodon
Slide 3 - Quiz
Medicatie -> urineretentie
Anticholinergica
Opioiden
Slide 4 - Slide
Blaasretentie
Is meestal de oorzaak van:
Afvloedbelemmering door obstructie
Neurologische oorzaak
Medicatie
Slide 5 - Slide
Noem symptomen die kunnen passen bij blaasretentie of -residu
Slide 6 - Open question
Indicaties plaatsen Kathether
Korte termijn:
Acute blaasretentie
Monitoren van urineproductie (ziekenhuis)
Bepalen van residu (voorkeur echo/bladderscan)
Tijdelijke immobiliteit, bijvoorbeeld heup OK (praktische overwegingen).
Eenmalige afname voor labonderzoek bij incontinente patiënten.
Blaasbloeding waarbij grote stolsels (vaak door uroloog met driewegkathether)
Slide 7 - Slide
Indicaties plaatsen Kathether
Lange termijn:
chronische blaasretentie door een neurogene, atone blaas.
chronische blaasretentie door blaasuitstroombelemmering die niet op andere wijze behandelbaar is.
Incontinentie bij terminaal zieke, bedlegerige patiënten.
Incontinentie: Geen CAD zonder bijkomende en zwaarwegende argumenten.
Slide 8 - Slide
Indien er geen bladderscan beschikbaar is wordt geadviseerd bij een residu van 200-400ml na eerste katheterisatie, deze te herhalen na:
A
2 uur
B
12 uur
C
8 uur
D
24 uur
Slide 9 - Quiz
Geen bladderscan?
->Katheteriseren
Residu 200-400ml: Herhaling binnen 12 uur.
Residu >400ml: Langdurige blaaskatheter tenzij
mogelijkheid 4dd intermitterend.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bij intermitterend Katheteriseren is de kans op infectie
A
Kleiner
B
Groter
Slide 12 - Quiz
Intermitterend katheteriseren
De kans op complicaties, met name urineweginfecties, is kleiner (0.84 per patiënt per jaar) dan bij langdurige katherisatie.
Als intermitterend katheteriseren door derden gedaan moet worden, is op termijn de kans van slagen niet groot.
Slide 13 - Slide
Het materiaal van de blaaskatheter maakt voor het optreden van infecties geen verschil.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 14 - Quiz
Materiaal katheter
Kies altijd eerst een siliconen gecoate latex katheter , tenzij latexallergie.
Snel verstopte katheters of een latexallergie-> 100% siliconen.
Een 100% siliconen katheter geeft minder snel encrustratie.
Slide 15 - Slide
Materiaal katheter
Eenmalige katheterisatie van max een dag->Voorkeur gesiliconiseerde latexkatheter. Siliconenlaag vereenvoudigt inbrengen en helpt beschadiging van binnenwand urethra te voorkomen.