Les 16 Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H6 Soapseries

Thema 5 H6 Soapseries
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerroute VBLeerroute VKLeerjaar 3-6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Thema 5 H6 Soapseries

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik
Lesdoel
Theorie
Quiz
zelfstandig werken
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat hebben wij vorige week behandeld?
Wat weten wij daar nog van? 
Wat kunnen wij hiermee?

Slide 3 - Slide

Wat zijn soapseries?
Welke ken je?

Slide 4 - Slide

Kenmerken soapserie
- Een soapserie heeft een doorlopende verhaallijn
- Elke aflevering eindigt met een cliffhanger
- De gebeurtenissen hebben altijd te maken met relaties tussen mensen
- Je volgt een vaste groep mensen in hun dagelijks leven
- Het speelt zich altijd af op vaste locaties
- Het gedrag van personages is vaak extreem
Zie het voorbeeld op blz. 198 in je lesboek. 

Slide 5 - Slide

Rode draad
Een soapserie draait altijd om meerdere personages. Deze personages worden gespeeld door acteurs en actrices. 
Je noemt een verhaallijn ook wel de rode draad van een verhaal. Omdat een soapserie uit meerdere verhaallijnen bestaat, moet je als kijker dus verschillende rode draden volgen.

Slide 6 - Slide

Een soapserie
Een soapserie is een tv-serie over gebeurtenissen uit het dagelijks leven. Een soap wordt iedere werkdag uitgezonden.

Slide 7 - Slide

Verhaallijn en personage
Een soapserie bestaat uit meerdere verhaallijnen. Een verhaallijn beschrijft binnen een verhaal wat een personage meemaakt. Een personage is een verzonnen karakter dat tijdens een verhaal bepaalde gebeurtenissen veroorzaakt, meemaakt of ondergaat. 

Slide 8 - Slide

Rode draad
Tijdens het kijken naar een soapserie moet je goed in de gaten houden wat er allemaal gebeurt en wie er allemaal met elkaar te maken heeft. 

Slide 9 - Slide

Cliffhanger
Een soapserie heeft elke aflevering een bijzonder einde. Elke aflevering eindigt namelijk met een cliffhanger. Cliffhanger betekent dat een aflevering eindigt op een moment waarop de spanning het grootst is en waarbij je nog niet weet hoe een gebeurtenis verder gaat of afloopt.

Slide 10 - Slide

Cliffhanger
Omdat de gebeurtenis niet is afgerond, wil je de volgende aflevering weer kijken. De cliffhanger maakt je nieuwsgierig, zodat je de volgende dag weer gaat kijken. 

Slide 11 - Slide

Cliffhanger
Soms heb je kort voor een reclameblok ook een cliffhanger. Na de reclame zie je dan hoe het verder gaat. 

Zie het voorbeeldverhaal op blz. 196 in het lesboek

Slide 12 - Slide

Een soap heeft één verhaallijn
A
waar
B
niet waar
C
een beetje waar
D
altijd

Slide 13 - Quiz

Wat is de rode draad?
A
een gekleurd touwtje
B
gevaar
C
een verhaallijn
D
een verzinsel

Slide 14 - Quiz

Een cliffhanger
A
is altijd aan het begin van een nieuwe aflevering
B
is altijd aan het einde van een aflevering
C
komt niet voor in een soapserie
D
maakt je nieuwsgierig

Slide 15 - Quiz

Maken
Maak de opdrachten 1 t/m 6
blz. 192-203

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Een personage?
A
is een bestaand karakter
B
veroorzaakt bepaalde gebeurtenissen
C
ondergaat gebeurtenissen
D
wordt gespeeld door een acteur/actrice

Slide 18 - Quiz