6.1 Organismen indelen

Welkom 
Denk om…

  • pak een ipad en login bij lessonup
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 
Denk om…

  • pak een ipad en login bij lessonup
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 1 - Slide

H.6 - Je groene omgeving 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  •  'biologisch feitje van de dag' 
  • Start nieuwe hoofdstuk
  • Uitleg 6.1 - organismen indelen 
  • Aan de slag!
Toets maandag 20 januari
H.5 planten bs 5.1t/m5.4

Slide 3 - Slide

Biologisch feitje van de dag
wat zien we hier?

Slide 4 - Slide

Hoeveel bacteriën zitten er gemiddeld op een mobiele telefoon?
A
1000
B
10.000
C
25.000
D
250.000

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving
6.1 - Organismen indelen
6.2 - Biotoop onder de loep
6.3 - Eten of gegeten worden
6.4 - Een kringloop
6.5 - Langs de kust

Slide 7 - Slide

Wat denk je dat je dit
hoofdstuk zal gaan leren?

Slide 8 - Mind map

Leerdoelen
  • Je leert hoe je organismen in groepen indeelt en hoe soorten aan hun namen komen.

Slide 9 - Slide

Aan het werk
Hoofdstuk 6: Je groene omgeving 
Paragraaf 6.1 organismen indelen
Maken opdracht 1 en 2 op blz 137

werk op fluistertoon



timer
2:00

Slide 10 - Slide

Als jij je etui op de kop zou gooien en je zou alles indelen. Hoe zou je dat dan doen?

Slide 11 - Open question

Ordenen
Organismen --> verdelen in 4 grote groepen = Rijken 

Slide 12 - Slide

Ordenen 
  • Elk rijk: eigen kenmerken 
  • Verschillen in celorganellen 

Slide 13 - Slide

Ordenen 
Bacterie
Schimmelcel 
Plantencel
Dierencel
Celmembraan
Celwand
Celkern
Vacuole
Bladgroenkor-rels

Slide 14 - Slide

Ordenen 
Bacterie
Schimmelcel 
Plantencel
Dierencel
Celmembraan
ja
ja
ja
ja
Celwand
ja
ja
ja
nee
Celkern
nee
ja
ja
ja
Vacuole
nee
ja
ja
nee
Bladgroenkor-rels
nee
nee
ja
nee

Slide 15 - Slide

Bacteriën hebben...
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 16 - Quiz

Schimmels hebben:
A
wel een celwand wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand geen bladgroenkorrels
C
geen celwand wel bladgroenkorrels

Slide 17 - Quiz

De rijken... en dan?
  • Rijken --> heel globaal, dus verder indelen
 
  • Vervolg: afdeling – klassen – orden –
      families – geslachten – soorten (-rassen)
    .
  • Ras = verschillende vorm van 1 soort



Slide 18 - Slide

Soorten
Soort: samen vruchtbare nakomelingen voortbrengen

Slide 19 - Slide

Horen een tijger en een leeuw bij dezelfde soort?
A
Ja, het zijn allebei katachtigen - dus dezelfde soort.
B
Ja, het zijn alleen verschillende rassen
C
Nee, het is niet dezelfde soort

Slide 20 - Quiz

Naamgeving van soorten 
  • Latijnse naam is voor iedereen gelijk.
  • 2 delen: Geslachtsnaam en soortnaam
  1. Geslachtsnaam: hoofdletter = 'achternaam'
  2. Soortaanduiding: kleine letter   = 'voornaam'

Voorbeeld: 
  • IJsbeer = Ursus maritimus
  • Bruine Beer = Ursus arctos

Slide 21 - Slide

Welk deel van de naam is de soortnaam bij de Panthera tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
Hoofdstuk 6: je groene omgeving
Paragraaf 6.1 organismen indelen
Maak opdracht 2 t/m 15

Klaar?
Maak een schematische tekening van de vier soorten cellen die er zijn in de vier rijken

timer
10:00

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 6.1:


Leuk om te doen : download de app Obsidentify --> planten/dieren identificeren + goede naamgeving

Slide 24 - Slide


Ik weet wat abiotische factoren zijn.
Abiotische factoren zijn:
A
Zuurstof in een slootje
B
Hoeveelheid beschikbaar voedsel
C
Aanwezigheid van een partner
D
Zonnestraaltjes

Slide 25 - Quiz

Waarom is de havik geen concurrent van de koolmees?
A
leef in een andere biotoop
B
eet iets anders dan de koolmees
C
lijk niet op de koolmees
D
is geen onderdeel van de levensgemenschap

Slide 26 - Quiz