This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.1 Energie vervoeren
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Berekeningen met transformatoren
maken als de windingen en
spanningen bekend zijn.
Slide 2 - Slide
Voorkennis
Noteer een apparaat of plek waar jij wel eens een transformator gezien hebt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Stappen werking elektriciteitscentrale
- De brander verhit water tot stoom.
- De stoom drijft een turbine (rad) aan.
- De generator (grote dynamo) wekt wisselspanning op.
- De condensor maakt van stoom weer water.
Slide 6 - Slide
Elektriciteitsnet:
Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
Energieverlies: minder elektrische engergie over voor
eindgebruikers
Voor de minste energieverlies moet stroom over zo hoog mogelijke spanning vervoerd worden (minder warmte).
Slide 7 - Slide
Elektriciteitcentrale
Transformators
380kV
10kV
230 V
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Soorten spanning
Het lichtnet heeft geen gelijkspanning (zoals in batterijen en accu's) maar wisselspanning (wat voortdurend op en neer gaat/ 50 keer per seconde, frequentie is 50 Hz)
Slide 10 - Slide
Werking van een transformator
Een transformator bestaat uit twee spoelen van geisoleerde koperdraad om een weekijzeren kern.
Primaire spoel wordt verbonden met het
lichtnet, secundaire spoel met het apparaat.
Wisselstroom gaat door de primaire spoel,
die wordt een elektromagneet.
Weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd.
Slide 11 - Slide
Werking van een transformator (2)
Gevolg - er ontstaat in de
secundaire spoel een
veranderende magneetveld,
wat een lagere wisselspanning
opwekt.
Slide 12 - Slide
Formule
UsUp=NsNp
= spanning primaire spoel
= spanning secundaire spoel
= aantal windingen
primaire spoel
= aantal windingen
secundaire spoel
Up
Us
Np
Ns
Slide 13 - Slide
Neem het v.b. over in je schrift
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Belang lesdoel
Je gaat een practicum doen en hebt de theorie nodig.
Hoger cijfer toets. Formule en werking trafo is belangrijk.
Je begrijpt b.v. wat er bij je mobieltje gebeurt tijdens het laden.
Slide 16 - Slide
Controle v.b. 1 Maak op je wisbordje
Een trafo wordt op het stopcontact aangesloten en levert 23 V. Bereken hoeveel windingen er secundair zijn, als er primair
100 windingen zijn.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Controle v.b 2 (inzicht !)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke volgorde klopt?
A
Condensor; generator; turbine; brander
B
Brander; condensor; generator; turbine
C
Brander; turbine; generator; condensor
D
Turbine; generator; condensor; turbine
Slide 22 - Quiz
Waarom wordt de spanning verhoogd als het over lange afstanden vervoerd wordt?
A
Voor veiligheid
B
Om energieverlies te voorkomen
C
Om een frequentie van 50 hz te krijgen
D
Dat is wat apparaten nodig hebben
Slide 23 - Quiz
Hoe zijn de spoelen aan elkaar gekoppeld?
A
Magnetisch
B
Elektrisch
Slide 24 - Quiz
Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V
Slide 25 - Quiz
Hoeveel van de inhoud van de les van vandaag begrijp je?