Oefenen toets economie

Oefenen voor de toets
Vandaag gaan we samen oefenen voor de toets van volgende week. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen voor de toets
Vandaag gaan we samen oefenen voor de toets van volgende week. 

Slide 1 - Slide

Welke soorten inkomsten zijn er?

Slide 2 - Open question

Pien krijgt af en toe iets van haar oma. Lippenstift en soms een tijdschrift.
Hoe noemen we deze inkomsten?
A
inkomsten in geld
B
inkomsten in natura

Slide 3 - Quiz

Noem een voorbeeld van inkomsten in geld:

Slide 4 - Open question

Noem een voorbeeld van inkomsten in natura:

Slide 5 - Open question

Noem een voorbeeld van inkomsten met tegenprestatie:

Slide 6 - Open question

Noem een voorbeeld van inkomsten zonder tegenprestatie:

Slide 7 - Open question

Sieb krijgt 25 euro per maand.
Sanne krijgt 5,40 per week.
Wie krijgt er meer zakgeld?

Slide 8 - Open question

Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van maand naar jaar?
A
bedrag x 12
B
bedrag x 52
C
bedrag : 12
D
bedrag : 52

Slide 9 - Quiz

Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van week naar jaar?
A
bedrag x 12
B
bedrag x 52
C
bedrag : 12
D
bedrag :52

Slide 10 - Quiz

Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van maand naar week?
A
bedrag x 12 : 52
B
bedrag x 52 : 12
C
bedrag : 12 x 52
D
bedrag : 52 x 12

Slide 11 - Quiz

Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van week naar maand?
A
bedrag x 12 : 52
B
bedrag x 52 : 12
C
bedrag : 12 x 52
D
bedrag : 52 x 12

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zakgeld krijg ik per week als ik 25 euro per maand verdien?

Slide 13 - Open question


Johan (17 jaar) werkt op zaterdag bij de supermarkt. Hij werkt 4 uur. Hoeveel verdient hij die dag?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video


Tekst
Jan (15 jaar) werkt 2 uur woensdagochtend in de supermarkt. Mag dit? Leg je antwoord uit!

Slide 16 - Open question

Tanisha breng 45 kranten rond. 6 dagen in de week.
Ze verdient 0,06 per krant.
Ze krijgt 2 euro per dag fietsvergoeding.
Hoeveel verdient ze per week?


Slide 17 - Open question