Drempelwaarde: waarde van de potentiaal (ongeveer -50 mV) waarbij een impuls ontstaat. Alles of niets principe.
Depolarisatie: binnenkant celmembraan krijgt een positieve lading
Repolarisatie: binnenkant celmembraan wordt weer negatief.
Herstelfase: geen impulsen, natriumkaliumpomp herstelt rustpotentiaal
Impulsfrequentie: aantal impulsen per tijdseenheid. (Afb. 41)
Impulssterkte: grootte van verandeing in elektrische lading = kracht van een zenuwsignaal. Bij zenuwcellen is deze meestal constant zodra de prikkeldrempel is bereikt. (Afb. 41)