Didactisch:
* Ik kan de verschillen tussen lichamelijk- en geestelijk geweld benoemen
* Ik kan kenmerken benoemen wanneer iemand afhankelijkheid van een ander is
* Ik kan de maatschappelijke consequenties van fysiek geweld benoemen
* ik kan de consequenties van fysiek geweld benoemen bij het slachtoffer
Sociaal:
* Ik weet dat lichamelijk- en/of geestelijk geweld nooit acceptabel is
* Ik herken kenmerken wanneer iemand "afhankelijk" van een ander is
* Ik kan bedenken hoe lastig het slachtoffer het heeft in zo'n situatie
* Ik kan bedenken wat ik / een ander in zo'n situatie zou doen