What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verwijswoorden dit, dat, deze, die B1C hfst 2 NN 6e
Verwijswoorden dit, dat, deze, die
B1C hfst 2 NN 6e
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verwijswoorden dit, dat, deze, die
B1C hfst 2 NN 6e
Slide 1 - Slide
Verwijswoorden
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen ook aangegeven worden met verwijswoorden.
Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat.
Slide 2 - Slide
Verwijswoorden
De verwijswoorden dat, die en wat hebben we in de vorige paragraaf behandeld. Maar er zijn meer verwijswoorden.
De verwijswoorden waarmee, waaronder en waardoor verwijzen naar dingen.
Met wie, aan wie, door wie verwijzen naar personen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Verwijswoorden samengevat
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 5 - Slide
Verwijswoorden vervangen woorden die eerder zijn genoemd.
Je kunt verschillende verwijswoorden tegenkomen of gebruiken.
In deze les behandelen we de volgende vier verwijswoorden.
die - deze - dat - dit
Slide 6 - Slide
Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
het
D
dat
Slide 7 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
die
dit
deze
dat
de-woorden
Slide 8 - Drag question
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
dit
die
deze
dat
het-woorden
Slide 9 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 10 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 11 - Drag question
hebben
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio
Slide 12 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 13 - Drag question
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,
________ vindt
________ niet erg.
deze
die
dat
hij
zij
het
ze
Slide 14 - Drag question
Verwijswoorden samengevat
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 15 - Slide
Ik snap de verwijswoorden nu (beter)
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Poll
More lessons like this
Verwijswoorden
5 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
3 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Do 5 dec Taalverzorging
November 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Verwijswoorden
26 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
5 days ago
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2024_04_09 3.3. EJDFS
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H2.3 verwijswoorden
November 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2