Het Paasverhaal

Het Paasverhaal

Wat weet jij over Pasen?

Jezus reisde met zijn twaalf leerlingen naar Jeruzalem. Daar gingen ze het Joodse Paasfeest vieren. Jezus vroeg 2 leerlingen om een ezel voor hem te halen. Dat deden ze. Jezus ging op de ezel zitten en reed zo Jeruzalem binnen.

Jezus reisde met zijn twaalf leerlingen naar Jeruzalem. Daar gingen ze het Joodse Paasfeest vieren. Jezus vroeg 2 leerlingen om een ezel voor hem te halen. Dat deden ze. Jezus ging op de ezel zitten en reed zo Jeruzalem binnen. Hij werd door heel veel enthousiaste mensen begroet. Ze legden hun mantels op de weg. Anderen trokken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. Ze waren blij dat ze hem zagen. Sommige mensen vroegen: "Wie is die man?" De volgelingen van Jezus en zijn leerlingen antwoordden: "Dat is Jezus, de profeet uit Nazareth." Anderen noemden hem de zoon van God of de koning van de Joden.

De meeste mensen waren heel blij met Jezus. Hij verrichtte wonderen en vertelde mooie en leerzame verhalen. Er waren ook mensen die juist niet blij met Jezus waren, de Romeinse leiders bijvoorbeeld. Zij vonden Jezus een onruststoker.

De meeste mensen waren heel blij met Jezus. Hij verrichtte wonderen en vertelde mooie en leerzame verhalen. Er waren ook mensen die juist niet blij met Jezus waren, de Romeinse leiders bijvoorbeeld. Zij vonden Jezus een onruststoker. Ze waren bang dat Jezus koning wilde worden. De Joodse hogepriesters waren ook niet blij met Jezus. Zij waren bang dat de mensen Jezus zouden geloven en niet meer naar de priesters zouden luisteren. Ze maakten een plan om Jezus gevangen te nemen en te doden. 

Toen besloot 1 van zijn leerlingen, Judas, naar de leiders te gaan. Hij vroeg. "wat willen jullie mij betalen? Dan zal ik ervoor zorgen dat jullie Jezus gevangen kunnen nemen." Ze beloofden hem 30 zilverstukken. Vanaf dat moment probeerde Judas een moment te vinden om Jezus aan hen uit te leveren.

Toen besloot 1 van zijn leerlingen, Judas, naar de leiders te gaan. Hij vroeg. "wat willen jullie mij betalen? Dan zal ik ervoor zorgen dat jullie Jezus gevangen kunnen nemen." Ze beloofden hem 30 zilverstukken. Vanaf dat moment probeerde Judas een moment te vinden om Jezus aan hen uit te leveren.

Op de avond van de eerste dag van het Paasfeest at Jezus samen met zijn twaalf leerlingen. Tijdens de maaltijd dacht Jezus aan zijn lot. Hij wist dat hij gevangen genomen zou worden en zou worden gekruisigd. 

Op de avond van de eerste dag van het Paasfeest at Jezus samen met zijn twaalf leerlingen. Tijdens de maaltijd dacht Jezus aan zijn lot. Hij wist dat hij gevangen genomen zou worden en zou worden gekruisigd. Hij zei: "Eén van jullie zal mij verraden en ik zal sterven, zoals dat voorspeld is." De leerlingen konden het niet geloven. Ze zouden Jezus toch nooit in de steek laten?

Na de maaltijd ging Jezus naar een tuin. Hij vroeg de leerlingen wakker te blijven en op hem te wachten. In de tuin begon Jezus te bidden. Hij wist wat God van hem verwachtte en wat er zou gaan gebeuren. Hij bad: "Vader, als het mogelijk is, laat mij dan niet sterven. Maar ik weet het, ik zal niet doen wat ik zelf wil, maar wat u wil." Nadat Jezus tot God had gebeden, ging hij terug naar zijn leerlingen. Zij waren toch in slaap gevallen.

Ondertussen was Judas naar de Joodse leiders gegaan en vertelde hun waar zij Jezus zouden vinden, zodat ze Hem konden arresteren. Ze stuurden soldaten met Judas mee. Judas bracht hen naar de tuin waar Jezus bad.

Einde van het verhaal

Vragen

1. Op welk dier reed Jezus de stad binnen?
2. Waarom waren mensen blij met Jezus?
3. Wie waren niet blij met Jezus? 

Waar staat het woord goed geschreven?

1. pazhas
2. paashaas
3. paazhaaz
4. paashas

In welk seizoen is Pasen?

1. lente
2. zomer
3. herfst
4. winter

Hoe noemen wij de vrijdag voor Pasen?

1. Foute vrijdag
2. Heilige vrijdag
3. Goede vrijdag
4. Witte donderdag

Is er echt een paashaas met zijn mandje op zijn rug?

1. ja
2. nee
3. Weet ik niet

Waar zijn de paaseieren van gemaakt?

1. groente
2. steen
3. hout
4. chocolade

Hoeveel paaseieren ga jij dit jaar eten?

1. klein beetje
2. veel
3. heel veel
4. mega veel