H5.2 3MB

Vooraf
  • Les wordt opgenomen
  • Eigen doeleinde
  • Alleen voor mij & meneer Klok  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vooraf
  • Les wordt opgenomen
  • Eigen doeleinde
  • Alleen voor mij & meneer Klok  

Slide 1 - Slide

H5.2 Waar kun je werken?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je het verschil tussen de 4 productiesectoren  

  • Aan het einde van de les weetje in wat voor 4 bedrijven je kan werken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Herhaling H5.1

  • Nettoloon berekenen
  • Verschillende banen 

Slide 5 - Slide

5.1 Aan de slag
Van brutoloon naar nettoloon :

  • Loonbelasting en sociale premies      -
Nettoloon
Brutoloon

Slide 6 - Slide

3 soorten banen?

Slide 7 - Mind map

3 soorten banen
Flexibele baan

Verschillende tijd

Wanneer nodig
Vaste baan

onbepaalde tijd


Tijdellijke baan

Bepaalde tijd


Invaller 

Slide 8 - Slide

Niels heeft als brutoloon € 2.500. Niels moet in totaal € 200 aan loonbelasting en € 300 aan sociale premies betalen. Wat is Niels zijn nettoloon?
A
€3.000
B
€ 2.200
C
€ 2.300
D
€ 2.000

Slide 9 - Quiz

Theorie H5.2 

Slide 10 - Slide

Eenmanszaak

  • 1 eigenaar die zelf de leiding heeft

  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld
  • bijv. zzp'er
Vof (Vennootschap onder firma)
  • 2 of meer eigenaren (ven-noten/firmanten)

  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld 
5.2 Waar kun je werken? (deel 1)
Voordelen:
  • Samen meer geld inbrengen
  • Taken verdelen
  • Bedrijf gaat door als één van de vennoten ziek wordt

Slide 11 - Slide

BV (Besloten Vennootschap)  
  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst
  • Niet iedereen kan aandelen kopen                        
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
NV (Naamloze Vennootschap)
  • Eigenaren zijn aandeelhouders  
  • Directeur in loondienst
  • Iedereen kan aandelen kopen                                          
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
5.2 Waar kun je werken? (deel 1)
Geen risico privévermogen!!

Slide 12 - Slide

Bij welke vorm hoort dit: Eigenaren zijn aandeelhouders
A
Eenmanszaak
B
Besloten Vennootschap
C
Vennootschap onder firma

Slide 13 - Quiz

Bij welke vorm hoort dit NIET: Schulden worden eventueel betaald uit privégeld.
A
Vennootschap onder firma
B
Eenmanszaak
C
Naamloze vennootschap

Slide 14 - Quiz

Van welk soort bedrijf zouden jij en ik aandelen kunnen kopen?
A
Eenmanszaak
B
Besloten vennootschap
C
Vennootschap onder firma
D
Naamloze vennootschap

Slide 15 - Quiz

Arbeidsverdeling:
  • taken worden verdeeld en iedere medewerker doet waar hij goed in is
  • iedereen heeft z'n specialisatie

Slide 16 - Slide

Maatschappelijke arbeidsverdeling:
  • de productie is verdeeld over allerlei bedrijven
  • door specialisatie kunnen bedrijven meer produceren en betere producten maken

Slide 17 - Slide

Organigram:
  • Een overzicht dat duidelijk de verantwoordelijkheden en taakverdeling van een bedrijf of organisatie laat zien

Slide 18 - Slide

4 Productiesectoren 
1. Primaire sector

- Landbouw
- Visserij
- Winning van grondstoffen

2. Secundaire sector

- Industrie 
- Bouw 
- Bakker 

Slide 19 - Slide

4 Productiesectoren 
3. Tertiaire sector

- Bedrijven uit op winst

- Winkels , banken 
4. Quartaire sector 

- Bedrijven niet uit op winst

- Politie, onderwijs

Slide 20 - Slide

Boeren
Primaire sector 
Secundaire sector 
Tertiaire sector 
Quartaire sector 
Docent 
Fabriek
Timmerman
Politie 
Winkelmedewerker
Visser

Slide 21 - Drag question

Aan de slag 
Opdrachten 11 tot en met 24
BLZ 136

Slide 22 - Slide

Wat vond je van deze manier van lesgeven via lessonup?

Slide 23 - Open question

Welke sector is niet uit op winst?
A
Quartaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Primaire sector

Slide 24 - Quiz

Wat zijn de 4 verschillende vormen van bedrijven waar je kan werken?

Slide 25 - Open question

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je het verschil tussen de 4 productiesectoren  

  • Aan het einde van de les weetje in wat voor 4 bedrijven je kan werken

Slide 26 - Slide