4.1 Productie (HAVO 3)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.1 Productie (HAVO 3)

Planning 

- Uitleg paragaaf 4.1 

- Aan de slag 

- Terugblik en afsluiting 

Toets bespreking 

- Terugblik toets PWW1

- Reacties uit de groep

- Na de instructie 

- In groepjes op individuele behoeften 

Terugblik periode 1

- Eerste periode (AE)

- Toetsweek 

- Blaadje 

- Tips en tops 

- Individueel 

Vooruitblik periode 2

- H4 en H5.3

- Studiewijzer en leerdoelen (BE)

- Inhaaltoetsen

- Andere klassen 

Waar denken jullie aan bij bedrijfseconomie?

Leerdoelen 4.1

- Je kunt uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd en deze berekenen.

- Je kunt onderscheiden welke verschillende soorten bedrijven er zijn.

- Je kunt uitleggen dat er waarde wordt toegevoegd aan een product door productiefactoren in te zetten.

- Je kunt uitleggen wat het verband is tussen consumeren en produceren.

Produceren of consumeren?

- Goederen en diensten kopen en betalen (consument)

- Productie door producenten (maken van goederen voor anderen)

- Consumenten leveren ook diensten (arbeid in ruil voor loon)

- Kringloop tussen consumenten en producenten (blz. 104)

- Niet kopen, maar zelf maken (zelfvoorziening)

Waarde toevoegen

- Bedrijfskolom (van grondstof tot eindproduct)

- Ieder bedrijf voegt waarde toe

- Toegevoegde waarde = Verkoopprijs - inkoopprijs

Wat is de toegevoegde waarde van de graanboer? Welke productiefactor past hierbij?

Soorten bedrijven

- Fietsenwinkel voor een nieuw fiets 

- Maakt het niet zelf, maar koopt in bij fietsenfabriek

- Handelsonderneming (fietsenwinkel)

- Productieonderneming (Fietsenfabriek)

- Dienstverlenend bedrijf (Fietsenmaker)

Verhogen arbeidsproductiviteit

- Verhogen door efficiënt werken

- Mechanisatie

- automatisering

- robotisering 

- Ervaring en scholing 

- Hoge APV, lage kosten per product en meer winst

Een bedrijf produceert 40000 producten per jaar. Er werken 400 medewerkers in het bedrijf. Wat is de arbeidsproductiviteit per jaar? Hoe zou een bedrijf de APV kunnen verhogen?

Aan de slag! 

Ga aan de slag met de opdrachten van 4.1: 

- 1 en 3 horend bij leerdoel 1!

- 4 en 5 horend bij leerdoel 2!

- 7 en 9 horend bij leerdoel 3!

- 11 en 12 horend bij leerdoel 4! 

Leerdoelen 4.1

- Verband tussen consumeren en produceren uitleggen

- Toelichten hoe productiefactoren waarde toevoegen

- Soorten bedrijven onderscheiden

- Arbeidsproductiviteit uitleggen en berekenen

Terugblik en afsluiting

• Terugblik paragaaf 4.1
• Volgende les! 
• Vragen? Opmerkingen?