1.2 veiligheid

Wat gaan we doen
- Opgave (stilte)
- Opgave nakijken
- Uitleg dichtheid 
- Dichtheid oefenen (opg 10 t/m 12 p 12)
- Oefenvragen (stilte)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen
- Opgave (stilte)
- Opgave nakijken
- Uitleg dichtheid 
- Dichtheid oefenen (opg 10 t/m 12 p 12)
- Oefenvragen (stilte)

Slide 1 - Slide

Lees het volgende verslag goed door. Schrijf daarna de stukjes die fout zijn over en schrijf de verbetering erachter.
Verslag “Als je de brander aansteekt, doe je het volgende:
Open de gastoevoer en de luchtregelring en steek daarna de vlam aan.
Als de brander aan is en hij wordt even niet gebruikt, moet hij met een ruisende blauwe vlam branden.
Bij verwarmen moet je altijd een niet-ruisende blauwe vlam gebruiken.
Bij verwarmen van een reageerbuis met vloeistof mag de reageerbuis maar voor drie centimeter gevuld zijn.
Je moet de buis bij het verwarmen in de vlam stilhouden.
Als je de brander uitdoet moet je eerst de luchtregelring omhoog draaien en daarna de gastoevoer op de practicumtafel dichtdraaien”.

Slide 2 - Slide

1.2 
Veilig werken bij scheikunde

Slide 3 - Slide

Deze les
Je leert hoe je veilig werkt bij scheikunde:
  • veiligheidsregels 
  • wat als het mis gaat....
  • hoe doe je een experiment
  • hoe werkt een gasbrander

Slide 4 - Slide

Wat gaat hier allemaal fout?

Slide 5 - Slide

Veiligheidspictogrammen
giftig
ontvlambaar
explosief
schadelijk
bijtend
schadelijk voor milieu

Slide 6 - Slide

H zinnen: gezondheidsgevaren (H = hazard) 
P zinnen: preventie (P = prevention) = voorkomen van ongelukken


Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

En als het toch mis gaat...
In het lokaal zijn diverse voorzieningen voor het geval het toch mis gaat....

Slide 9 - Slide

oogdouche
Als je iets in je oog hebt gekregen dat brandt, bijt of irriteert, zo snel mogelijk spoelen




Slide 10 - Slide

samen veilig werken
Bij elk practicum is de docent en evt. een TOA aanwezig
Stel gerust al je vragen. Beter een vraag teveel, dan te weinig!




Slide 11 - Slide

Hoe doe je een experiment?

Slide 12 - Slide

3 stappen:

1. handelingen --> je doet iets
2. waarnemingen --> je ziet/voelt/ruikt/hoort iets
3. conclusies 

Slide 13 - Slide

De onderdeelnamen van de gasbrander:

A: Gasregelknop
B: Schoorsteen
C: Luchtschijf
D: De Voet
E: Gasaansluiting

Slide 14 - Slide

Samengevat
Zorg dat je weet hoe alles werkt en waar je mee bezig bent!
  • Nooit rennen in het lokaal
  • Blijf rustig
Bij elk practicum geldt:
  • Bril op
  • Jas aan
  • Haren vast in een staart

Slide 15 - Slide

V5
  • Geef de oplosvergelijking van: 
- Salpeterzuur 
- Salpeterigzuur (HNO2) 
- Het tweewaardig zuur Oxaalzuur (H2C2O4) 

  • Bereken de pH van een 0,20M Zwavelzuur oplossing 

Slide 16 - Slide

V5 (antwoorden)
  • Geef de oplosvergelijking van: 
- Salpeterzuur 
- Salpeterigzuur (HNO2) 
- Het tweewaardig zuur Oxaalzuur (H2C2O4) 

  • Bereken de pH van een 0,20M Zwavelzuur oplossing  
  • 0,20 M H2SO4 = 0,40 H3O+  pH= -log 0,40 = 0,40

Slide 17 - Slide

V4
  • Teken het energiediagram van het verbranden van waterstof
  • Geef de reactievergelijking van de reactie tussen chloor en methaan (CH4) tot chloormethaan (CH3Cl) en waterstofchloride (HCl)

Slide 18 - Slide

Lees het volgende verslag goed door. Schrijf daarna de stukjes die fout zijn over en schrijf de verbetering erachter.
Verslag “Als je de brander aansteekt, doe je het volgende:
Open de gastoevoer en de luchtregelring en steek daarna de vlam aan.
Als de brander aan is en hij wordt even niet gebruikt, moet hij met een ruisende blauwe vlam branden.
Bij verwarmen moet je altijd een niet-ruisende blauwe vlam gebruiken.
Bij verwarmen van een reageerbuis met vloeistof mag de reageerbuis maar voor drie centimeter gevuld zijn.
Je moet de buis bij het verwarmen in de vlam stilhouden.
Als je de brander uitdoet moet je eerst de luchtregelring omhoog draaien en daarna de gastoevoer op de practicumtafel dichtdraaien”.

Slide 19 - Slide

H3/V3
  • m = 0,140 kg, V = 100 cm3 
Bereken de dichtheid van de bovenstaande stof (g/cm3).
  • ρ = 2,5 g/cm3, V = 20 dm3
Bereken de massa van bovenstaande stof (g).
  • ρ = 0,75 g/cm3, m = 160 mg
Bereken het volume van de bovenstaande stof (cm3).

Slide 20 - Slide

H3/V3
  • m = 0,140 kg, V = 100 cm3 
Bereken de dichtheid van de bovenstaande stof (g/cm3).
ρ = 140/100= 1,4 g/cm3
  • ρ = 2,5 g/cm3, V = 20 dm3
Bereken de massa van bovenstaande stof (g).
m = ρ * V = 2,5 * 20000= 50000 g
  • ρ = 0,75 g/cm3, m = 160 mg
Bereken het volume van de bovenstaande stof (cm3).
V = m / ρ  V= 0,160 / 0,75 = 0,21 cm3

Slide 21 - Slide

V4
Zet de volgende proeven in de juiste volgorde van langzaam naar snel.
1) Magnesium poeder in warm zuur met hoge concentratie
2) IJzer poeder in zuur met lage concentratie
3) IJzeren spijker in zuur met lage concentratie
4) Magnesium poeder in warm zuur met hoge concentratie met roerstaafje
5) Magnesium poeder in zuur met lage concentratie
6) Magnesium poeder in zuur met hoge concentratie

Slide 22 - Slide

V5

Slide 23 - Slide