5.3 m3

Paragraaf 5.3
Doe jij mee op de arbeidsmarkt? 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 5.3
Doe jij mee op de arbeidsmarkt? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les: 
Huiswerk controle
Herhalingsvragen
Paragraaf 5.3.
- uitleg (filmpje)
- aan de slag


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Productiesectoren   

Slide 3 - Slide

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
Bij welke productiesector horen deze bedrijven? 






Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Metaalbewerkingsbedrijf
ING Bank
Ziggo
Mosselvisser
School voor voortgezet onderwijs

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Ondernemingsvormen samengevat
Eigenaar?
Privé aansprakelijk?
Eenmanszak
1 eigenaar
Ja
VOF
2 of meer eigenaren
Ja 
NV
(Onbekende) Aandeelhouders
Nee
BV
Aandeelhouders
Nee

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Zelfstandige Zonder Personeel
Eén of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Eén of meerdere eigenaren. Er is geen sprake van aandelen.
Eén persoon is eigenaar, kan personeel in dienst hebben en is privé-aansprakelijk voor schulden.
Bedrijf heeft (meestal) onbekende aandeelhouders.
Iemand die voor zichzelf werkt, zonder personeel. Heeft meestal een eenmanszaak.

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Deze les:
Paragraaf 5.3: Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

  • Wat is de arbeidsmarkt en werkgelegenheid?
  • Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Arbeidsmarkt (overzicht)
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De vraag naar arbeid
Vraag > komt van bedrijven en overheid.

De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid = 
bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.
De werkgelegenheid verandert voortdurend.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het aanbod van arbeid
Alle aanbod van arbeid komt van de beroepsbevolking =
iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of als werkloze op zoek is naar werk.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak uit paragraaf 5.3 (blz 138, 139) de opdrachten 2 tm 8
Dit is huiswerk voor morgen
Klaar?
maak de rekenopdrachten 15, 16 en 17 (blz 153)

Ook daarmee klaar?
je mag wat voor jezelf gaan doen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Klas 3 Economie
22 maart welkom

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Programma
Dagopening
Herhalingsopdrachten
Arbeidsparticipatie
Nakijken huiswerk
Aan de slag

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Dagopening

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Werken 
wanneer je wilt?

Algemene wet gelijke behandeling:
verbiedt het maken van onderscheid op basis van geslacht, religie, leeftijd of afkomst.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid ....... dan het aanbod ervan.
A
Groter
B
Kleiner

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Werkgevers die werknemers nodig hebben horen bij ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Werkloze werknemers horen bij de ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 5: Zet het in de juiste volgorde.




De lonen stijgen                                                   



                                                   Meer werkgelegenheid
1. Bedrijven hebben meer personeel nodig
2. Er wordt meer geproduceerd.
3. De vraag naar producten neemt toe.

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname)
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.


Beroepsgeschikte bevolking (= werkenden + werklozen die willen werken)
                        --------------------------------------------------------------------------------- x 100
Totale beroepsbevolking

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Arbeidsdeelname bevorderen
Overheid en bedrijven kunnen de arbeidsdeelname bijvoorbeeld bevorderen door:
  • scholing;
  • kinderopvang
  • thuiswerken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak uit paragraaf 5.3 (blz 138-141) de opdrachten 2 tm 14
Dit is huiswerk voor volgende week (CONTROLE)
(nakijkblad voor 2 tm 8)

Klaar? maak de rekenopdrachten 15, 16 en 17 (blz 153)
Ook daarmee klaar?
Je mag wat voor jezelf gaan doen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions