klas 1 > lidwoorden eerste les

der / die / das
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

der / die / das

Slide 1 - Slide

Welke lidwoorden ken je in het Duits?

Slide 2 - Open question

Wanneer gebruik je 'das'
A
Bij vrouwelijke woorden
B
Als het niet vrouwelijk of mannelijk is
C
Bij onzijdige woorden ('het')
D
Bij mannelijke woorden

Slide 3 - Quiz

Wanneer gebruik je 'ein'?
A
Bij meervoudsvormen
B
Bij onzijdige en vrouwelijke woorden
C
Bij vrouwelijke en mannelijke woorden
D
Bij mannelijke en onzijdige woorden

Slide 4 - Quiz

Welke vrouwelijke woorden ken je?
(DU of NL)

Slide 5 - Mind map

ein
die
eine
der
das
(een) Opa
(de) Stier
(het) Schwimmbad
(de) Freundinnen
(een) Tante

Slide 6 - Drag question

Sam hat ...... (geen) Geschwister (mv)
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 7 - Quiz

........ (een) Tante von Valery hat ein großes Haus.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 8 - Quiz

...... (het) Mädchen heißt Meike.
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

........ (de) Stier steht auf der Wiese.
A
der
B
die

Slide 10 - Quiz