• Aan het einde van de les kunnen de leerlingen toelichten wat het verschil is tussen een dominante en subcultuur. (onthouden/begrijpen)
• Aan het einde van de les kunnen de leerlingen één voorbeeld bedenken voor een etnische subcultuur, een religieuze subcultuur en een jongerencultuur. (toepassen)
• Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het begrip pluriform en multicultureel van elkaar onderscheiden. (analyseren)
• Aan het einde van de les kunnen de leerlingen doormiddel van één argument uitleggen beoordelen waarom het begrip pluriform of multicultureel inclusiever is dan de ander. (evalueren)