PRV 1.2.1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Praktijkvoering

Les 1

Periode 2

Leerjaar 1

Vorige periode

Hoe ging de toets?! (herkansing week 48)

Verbale vs. Non-verbale communicatie

Objectief vs. Subjectief

Verschillende instellingen (A-HOED, HAP, duopraktijk etc.)

Intra- en extramuraal

0^e, 1^e, 2^e en 3^e lijnszorg

Primaire/secundaire/tertiaire preventie

1. Primaire preventie: Voorkómen van ziekte
2. Secundaire preventie: Vroeg opsporen van ziekten/aandoeningen of risicofactoren
3. Tertiaire preventie: Voorkomen van complicaties/ verergering

Lesindeling week 1.2.1

1. Welkom

2. Vorige periode

3. Lesindeling en Leerdoelen

4. Socialisatie en gedrag

5. Zelf aan de slag

6. Controle leerdoelen

7. Afsluiting en huiswerk

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

1. Weet je wat het begrip socialisatie inhoudt en kun je beschrijven wat socialisatie met jouw gedrag te maken heeft.
   
2. Kun je aspecten van gedrag beschrijven m.b.v. socialisatietheorie
   
3. Kun je kenmerken uit verschillende levensfasen beschrijven en kun je deze groepen indelen naar soort en kenmerk
   
4. Kun je een beschrijving geven van rolgedrag, rolpatronen en rolverdeling
   

Weet je nog?

Beroepshouding: Professionele houding waarin je datgene kunt doen wat de situatie vraagt of wat een persoon nodig heeft.

• Aandacht voor de patiënt
  
• Goede omgang met patiënt

Een goede beroepshouding vraagt om een goede inschatting van het gedrag van een ander en van jezelf.

Gevormd door karakter, opvoeding, anderen, kennis en levenservaring

Gedrag

Gedrag: De waarneembare activiteit van mensen 

• Aangeboren: Erfelijke aanleg, instincten, reflexen
• Aangeleerd: Door omgeving en opvoeding (socialisatie)

Persoonlijkheid: Gevormd door eigenschappen die aangeleerd en aangeboren zijn (jij als individu)

Socialisatieproces

Socialisatie: Door verschillende processen leer je om 'lid' van de maatschappij te zijn.

• Welke gebruiken/rituelen/feesten ken je?
• Aan welke gedragsregels moet jij je houden?
• Welke normen en waarden hou jij aan?
• Zijn deze gebruiken, normen en waarden overal hetzelfde?

Socialisatieproces: het je eigen maken van de gebruiken, normen en waarden.

- Bepaald door cultuur en opvoeding

- Uit wat voor gezin kom je?

Socialisatieproces

Het socialisatieproces stopt nooit: Je wordt gevormd door de keuzes die je maakt, de mensen met wie je omgaat en de manier waarop je tegen de maatschappij aankijkt. 

Welk(e) feest(en) vieren jullie thuis?

Welke gebruiken hebben jullie thuis?

Wat doe je thuis, wat is "normaal" bij jullie? Denk aan: eten met elkaar of apart, wie doet wat, etc. 

Welke normen en waarden vind jij belangrijk?

Norm: gedragsregels

Waarde: vaak 1 woord: bijvoorbeeld: vrijheid, gelijkheid, rechtvaardig, eerlijk, 

Omgangsvormen en principes volgens publiekelijk en sociaal verband

Norm: als je de trein aankomt, wacht je even tot de mensen zijn uitgestapt voor je instapt

Waarde: geduld

Norm: iemand voor laten als jouw boodschappenkar vol zit en degene achter jou maar 1-2 dingen heeft

Waarde: vriendelijk, beleeffd

Norm: meedoen met de les en met aandacht de les volgen in plaats van op je telefoon kijken of kletsen met je buurvrouw

Waarde: respect, fatsoen

Kortom...

Gedrag: Waarneembare activiteiten van mensen

• De basis is aangeboren en aangeleerd
• Vanuit genen, opvoeding en omgeving

Uiting van gedrag: Afhankelijk van verschillende factoren

• Externe factoren: sociale en fysieke omgeving
• Interne factoren: lichamelijke mogelijkheden, cognitie, emotie
• Motivatie: bereidheid tot bepaald gedrag

Socialisatievragen

Heb je de opdracht niet gemaakt?

• Voor morgenavond 24.00 uur inleveren!
  
  

Hoe was het om deze opdracht te maken?

Volgende week bespreken

Vraag: 

Je ziet dat een mevrouw met haar kinderwagen de praktijk binnen wil lopen. Het lukt haar niet om de deur open te krijgen en ook nog de kinderwagen naar binnen te duwen. Wat doe je?

1. Je schiet te hulp

2. Je weet zeker dat een andere patiënt haar wel zal helpen en gaat verder met je werk

3.  Je weet zeker dat je collega haar wel helpt en gaat verder met je werk 

Levensfasen

Gedrag wordt ook bepaald door jouw levensfase:

• Welke ontwikkelingsfasen heb jij doorgelopen?
• Lichamelijke ontwikkeling
• Verstandelijke ontwikkeling
• Sociale ontwikkeling
• Seksuele ontwikkeling

Welke levensfasen ken jij?

8 Levensfasen

1. Baby
   
2. Peuter
   
3. Kleuter
   
4. Schoolkind
   
5. Puber
   
6. Jong volwassene / adolescent
   
7. Volwassenen
   
8. Ouderen
   

Elke levensfase heeft zijn eigen kenmerken

Werkstuk/verslag (individueel):

• Zie CumLaude
• Uitwerken ontwikkelingsstappen per levensfase
• Wat doe jij als DA?
• Uitwerken eigen levensloop
• Reflectie
• Inleveren eind week 3

Presentatie (groepjes):

• Uitwerken van één levensfase
• Ongeveer 10 min.
• Presentaties vanaf week 50

Onvoldoende/voldoende

Afronding PRV 1.2

Zelf aan de slag

Verzamel algemene informatie over:

• Ontwikkelingspsychologie
  
• Groeien, leren, rijpen
  
• Lichamelijke ontwikkeling
  
• Geestelijke ontwikkeling
  
• Sociaal emotionele ontwikkeling
  
• Seksuele ontwikkeling
  

Huiswerk

Lezen: Professionele communicatie en beroepshouding hfst 1.2, 1.3 en 1.4

Inleveren: socialisatievragen vóór morgenavond 24 uur. Niet gemaakt = afwezig

Start verslag 'Levensfasen'