1) Ik kan praten over mijn vrije tijd.Schrijf aan de hand van de zinnen uit hoofdstuk 2 een stukje over je vrije tijd.
Antwoord op alle vragen uit de vorige dia, geen minimaal woordgebruik.
Hulp: zie ook de hulpzinnen achterin je boek (vanaf p. 177)!
Klaar: apprendre vocabulaire F