1KB B4 Fictie

1KB Blok 4 Fictie
Aan het einde van deze paragraaf:
  • kun je de hoofdpersoon in een verhaal aanwijzen.
  • weet je op welke drie manieren je de hoofdpersoon herkent.
  • herken je de bijfiguren in een verhaal.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1KB Blok 4 Fictie
Aan het einde van deze paragraaf:
  • kun je de hoofdpersoon in een verhaal aanwijzen.
  • weet je op welke drie manieren je de hoofdpersoon herkent.
  • herken je de bijfiguren in een verhaal.

Slide 1 - Slide

Vorig blok hebben we het gehad over verhaalsoorten
Verhaalsoorten passen bij jou als persoon.

Slide 2 - Slide

Verhaalsoorten

Slide 3 - Mind map

Wat vind jij een interessant/leuke verhaalsoort?

Slide 4 - Open question

We lezen dadelijk de tekst in het boek. 

Slide 5 - Slide

Welke verhaalsoort is Oma Vliegmachien?

Slide 6 - Mind map

Fredor de Beer, de schrijver, heeft dit verhaal verzonnen. Hoe noem je verzonnen verhalen in 1 woord?

Slide 7 - Open question

Wie is er gestorven?

Slide 8 - Open question

Wat is de bijna van de overledene?

Slide 9 - Open question

Waarom heeft de overledene deze bijna gekregen?

Slide 10 - Open question

Hoe denkt Marit over haar moeder? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open question

In hoeverre lijken Marits moeder en oma Vliegmachien op elkaar? Geef in je antwoord een voorbeeld uit de tekst.

Slide 12 - Open question

‘Het liep storm, ziende, ...’ (regel 28) Wat bedoelt Eva de Rijk hiermee? Geef in je antwoord een voorbeeld uit de tekst.

Slide 13 - Open question

Zeg met andere woorden een bomvolle kerk (regel 60).

Slide 14 - Open question

Geef je mening over dit verhaal. Gebruik minstens twee beoordelingswoord. Leg daarna uit waarom je deze woorden bij de tekst vind passen.

Slide 15 - Open question

Lees tekst 1. Dit is de flaptekst van het boek waaaruit dit verhaal is overgenomen: het kindertransport. Bij welke verhaalsoort past dit verhaal volgens jou het best?

Slide 16 - Open question

Hoofdpersonen 

  • probleem of opdracht
  • leert hem heel goed kennen, ook hoe hij denkt en voelt
  • je kijkt vaak mee door zijn/haar ogen,
Bijfiguren

  • minder belangrijk.
  • je leert ze minder goed kennen.


Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 2, 3 en 4
Op de Ipad.
Blok 4 fictie
timer
20:00
Klaar?
Lezen in je leesboek!

Slide 18 - Slide

Wat vonden jullie van het verhaal?

Slide 19 - Mind map

Wat is een verhaalsoort?

Slide 20 - Mind map