Landbouw algemeen les 1

Landbouw
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Landbouw

Slide 1 - Slide

Wat heb je ontbeten?

Slide 2 - Open question

Wat gaan we doen?
- herhalen een aantal begrippen die te maken hebben met de manier hoe we aan ons eten komen.Ik leer:
enkele kenmerken van tuinbouw, akkerbouw, veeteelt en bosbouw;
een aantal Nederlandse landbouwproducten kennen;
waarom er in bepaalde Nederlandse provincies veel landbouwgebied is;
iets over visserij op zee;
iets over viskwekerijen;
woorden over landbouw en visserij.

Slide 3 - Slide

Wat is akkerbouw

Slide 4 - Slide

Akkerbouw is de productie van granen, aardappelen en gras op het land.

Slide 5 - Slide

Noem een product dat past bij akkerbouw.

Slide 6 - Mind map

Wat is tuinbouw?

Slide 7 - Slide

Tuinbouw
Tuinbouw is de productie van groenten, fruit, bomen, heesters, kamerplanten en bloemen.

Slide 8 - Slide

Noem een product dat past bij tuinbouw

Slide 9 - Mind map

Veeteelt
Wat is veeteelt?

Slide 10 - Slide

Noem een product dat past bij veeteelt

Slide 11 - Mind map

Noem een product dat past bij bosbouw

Slide 12 - Mind map

Noem een product dat past bij visserij

Slide 13 - Mind map

Wat doen boeren in de lente met de bloembollen die ziek zijn of een verkeerde kleur hebben?
A
Ze laten ze staan
B
Ze planten ze opnieuw
C
Ze trekken ze uit de grond
D
Ze verkopen ze op de markt

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen veeteelt en akkerbouw?
A
Veeteelt houdt zich bezig met planten en akkerbouw met dieren
B
Veeteelt en akkerbouw zijn hetzelfde
C
Veeteelt en akkerbouw hebben niets met landbouw te maken
D
Veeteelt houdt zich bezig met dieren en akkerbouw met planten

Slide 15 - Quiz

Waar worden veel bloemen verkocht nadat ze in een kas zijn geteeld?
A
In de supermarkt
B
Op een veiling

Slide 16 - Quiz

Waarom is het slecht voor het milieu als kunstmest en bestrijdings-middelen in het grondwater komen?
A
Omdat ze giftig zijn
B
Omdat ze de planten sneller laten groeien
C
Omdat ze veel voedingsstoffen bevatten
D
Omdat ze de grond verrijken

Slide 17 - Quiz

Welke van de volgende plaatsen ligt in Friesland?
A
Groningen
B
Meppel
C
Leeuwarden
D
Emmen

Slide 18 - Quiz

Sommige boeren gebruiken bio-industrie om veel geld te verdienen. Noem een nadeel van bio-industrie voor het milieu. Wat zou je kunnen doen tegen dat probleem?

Slide 19 - Open question

Wat is het verschil tussen biologisch en de bio-industrie?

Slide 20 - Open question