4H: je huis en je buurt 93 + jezelf voorstellen

het noorden
het zuiden
het oosten
het westen
le nord
l'est
le sud
l'ouest
1 / 16
next
Slide 1: Drag question
FransVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

het noorden
het zuiden
het oosten
het westen
le nord
l'est
le sud
l'ouest

Slide 1 - Drag question

Slide 2 - Slide

de keuken
de zolder
de woonkamer
de eetkamer
de badkamer
de slaapkamer
la cuisine
le grenier
   le salon
la salle à manger
la salle de bain
la chambre

Slide 3 - Drag question

de begane grond
A
le rez de chaussée
B
le rez-de-chaussée
C
le rez-de chaussée
D
le rez de-chaussée

Slide 4 - Quiz

de kelder =

Slide 5 - Open question

l'immeuble = mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 6 - Quiz

de tuin

Slide 7 - Open question

de hoofdstad =

Slide 8 - Open question

de eerste verdieping

Slide 9 - Open question

welke twee vertalingen ken je voor:
de kast

Slide 10 - Open question

achter een zelfstandig naamwoord staat: mmv. Wat betekent dit?

Slide 11 - Open question

Welk zinsdeel past hierbij
(uit je boek)?

Slide 12 - Open question

de boekenplank - de bank - de gordijnen
A
l'étagère - les rideaux - le canapé
B
les rideaux - l'étagère - le canapé
C
les rideaux - le canapé - l'étagère
D
l'étagère - le canapé - les rideaux

Slide 13 - Quiz

Waar bevindt zich de studeerkamer?

Slide 14 - Open question

Heb jij een slang?

Slide 15 - Open question

une souris
un lapin
une araignée
une tortue
un poisson
un cochon d'Inde

Slide 16 - Drag question