Parkeerweek 1 woorden

1 / 39
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

de koelbox

Slide 2 - Slide

Schrijf het woord op

Slide 3 - Open question

de textuur
hoe de oppervlak van het iets aanvoelt

Slide 4 - Slide

Schrijf het woord op

Slide 5 - Open question

Luister goed
De woorden aan de linkerkant hebben allemaal een lange klank
aa / oo/ uu/ oo /ie/, maar je schrijft ze met één letter.

Om de lange klank te behouden, schrijf je in het meervoud een komma voor de s.

kilo’s

menu's

panda's

kiwi’s

guppy’s

Slide 6 - Slide

let op
Bij woorden op -ee en -ie is dit niet nodig.

Daarom schrijf je de s in die gevallen aan het woord vast.

tralies

abonnees

dictees

toffees

tralies

guppy’s

Slide 7 - Slide

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 8 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 9 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 10 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 11 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 12 - Quiz

Parkeerweek 1 woorden

Slide 13 - Slide

Welke woorden krijgen
in het meervoud
een trema?

Woorden die eindigen op:
-ie of -ee
en waarbij het meervoud NIET op een -s eindigt.



knie - knieën            

moskee - moskeeën

Slide 14 - Slide

De klemtoon bepaalt.....
Als de klemtoon op het laatste stukje van het woord valt, komt er in het meervoud -ën achter het grondwoord.
Voorbeeld: melodie - melodieën

Als de klemtoon NIET op het laatste stukje van het woord valt, komt er in het meervoud een trema op de laatste -e van het grondwoord en komt er alleen een -n achter.
Voorbeeld: olie - oliën

Slide 15 - Slide

Klemtoon?????
- Lettergreep waar de nadruk op ligt.

- Roep het woord. De nadruk ligt op de klankgroep die je langer maakt.

Kleeeeeeeeemtoon eten!!
of : Klemtooooooooon eten!!

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 1:
bacterie

Je hoort dat het laatste stukje van het woord NIET langer gemaakt wordt. 
Dus schrijf je het meervoud met een trema op de laatste -e en alleen -n erachter:
bacteriën

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 2
fantasie 

Je hoort dat het laatste stukje van het woord langer gemaakt wordt.
Dus schrijf je het meervoud door -ën achter het grondwoord te zetten.
fantasieën

Slide 18 - Slide

spelling
parkeerweek 1

PARKEERWEEK 1 WOORDEN

Slide 19 - Slide

Hugo

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

of

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide