What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 11 U3
Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?
Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?
Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
Slide 1 - Slide
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 2 - Slide
Programme d'aujourd'hui
Bijvoeglijke naamwoorden
le verbe mettre
Apprendre 7 9
Slide 3 - Slide
Vocabulaire
Apprendre 1-6
Slide 4 - Slide
Vocabulaire
Apprendre 1-9
Havo
Apprendre 1-9 VWO
Slide 5 - Slide
Grammaire
Kijk
hier
voor uitleg.
Slide 6 - Slide
Vocabulaire
Apprendre 46
Havo
Apprendre 2
Havo
Slide 7 - Slide
Vocabulaire
Apprendre 2 VWO
Apprendre 46 VWO
Slide 8 - Slide
Révision
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 9 - Drag question
.
De basisvorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans is de.....
A
mannelijke vorm in het enkelvoud.
B
mannelijke vorm in het meervoud.
C
vrouwelijke vorm in het enkelvoud.
D
vrouwelijke vorm in het meervoud.
Slide 10 - Quiz
Dus hoe zet je een bijvoeglijk naamwoord in de vrouwelijke vorm ?
A
met een extra -e
B
met een extra -s
C
met 'la'
Slide 11 - Quiz
Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans bijna altijd ... het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
A
Carine est amoureux
B
Carine est amoureuxe
C
Carine est amoureuse
D
Carine est amoureuses
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
C
Elle porte une robe bleu.
D
Elle porte une robe bleues.
Slide 14 - Quiz
Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje.
vieille
belles
bonne
nouveaux
bons
beaux
vieux
nouveau
bon
beau
blanches
longues
belle
Slide 15 - Drag question
1 une question difficiles
2 Le gâteau est bon.
3 Je vois des filles françaises.
4 La voiture est noir.
5 Les actrices sont amusantes..
6 J'ai eu une mauvais note.
7 Elise a un grand chien .
VORM van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.
Slide 16 - Drag question
1 C'est un appartement joli
2 Ses premiers chansons sont en anglais.
3 C'est un confortable hôtel.
4 Tu as une bonne idée.
5 Ici, il y a des sympas profs.
6 Elle est une jalouse fille.
7 J'ai une petite soeur.
PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.
Slide 17 - Drag question
bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord krijgt het bijvoeglijk naamwoord een
Bij een zelfstandig naamwoord in het meervoud krijgt het bijv. nw
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat meervoud is, krijgt het bijv. nw
E
S
ES
Slide 18 - Drag question
Mannelijk
Enkelvoud
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk
enkelvoud
Vrouwelijk
meervoud
Grijs
gris
Rood
rouge
oud
vieux
mooi
beau
mooi
nouveau
Vul de tabel hieronder. Het zijn onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden
gris
grise
grises
rouges
rouges
rouge
vieux
vieille
vieilles
beaux
belle
belles
nouveaux
nouvelle
nouvelles
Slide 19 - Drag question
GRAMMAIRE
Het bijvoeglijk naamwoord
1. Ma petite soeur est très .
2. C'est un T-shirt .
3. Mes frères sont .
3. Ma grand mère est .
4. Je suis un garçon au club.
belles
belle
beaux
vert
verte
verts
drôl
drôle
drôles
vieille
vieux
vieilles
nouvelle
nouveau
nouveau
Slide 20 - Drag question
1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe. -->
2 Vous arrivez dans une _____________ zone _____________ . -->
3 J'ai reçu un _____________ cadeau _____________ de ma copine. -->
4 Ce sont des pulls pour des _____________ hommes ____________. -->
5 Tu préfères les _____________ robes _____________? -->
6 Fabienne est une _____________ fille _____________. -->
Onderdeel E: Sleep het bijvoeglijk naamwoord naar de juiste plaats.
nouveaux
dangereuse
joli
vieux
bleues
jeune
Slide 21 - Drag question
Grammaire
Maak deze opdracht op papier.
Houd jouw aantekeningen en boek (page 115/116 erbij.
Slide 22 - Slide
Vocabulaire,
App 7 en 9
page 117
Apprendre 9
Apprendre 7
Dictee
Slide 23 - Slide
Vocabulaire,
App 7 en 9
page 117
Apprendre 9
Apprendre 7
Slide 24 - Slide
Vocabulaire,
App 7 en 9
page 117
Oefen eerst met
Flashcards en geluid
.
Ontcijf
er de zinnen
Lijsten staan nu ook in de
WRTS-groep.
Apprendre 9
Apprendre 7
Let op! Deze link werkt het best met Google Chrome. Dan hoor je een duidelijke Franse uitspraak.
Slide 25 - Slide
Vocabulaire,
App 7 en 9
page 117
Oefen met
Flashcards en geluid
.
Zet
de zinnen weer in elkaar.
Lijsten staan nu ook in de
WRTS-groep.
Apprendre 9
Apprendre 7
Let op! Deze link werkt het best met Google Chrome. Dan hoor je een duidelijke Franse uitspraak.
Slide 26 - Slide
Grammaire
Verdeling
in mannelijk en vrouwelijk
Slide 27 - Slide
à faire.....
Afmaken / herstellen ex 16a,16b 16c 16d van Grammaire 3.5.
Exercice "les adjectifs afmaken.
Nieuw: 3.6 Parler. Maken en luisteren (met oortjes) :
Exericice 17a
exercice 18
exercice 19
exercice 20
Voorwaarden
Je werkt stil.
Je richt je op jouw eigen werk.
Je praat niet met andere leerlingen in de klas.
Als jouw laptop niet werkt, dan werk je in jouw boek.
Slide 28 - Slide
à faire.....
Exercice 26
Exercice 28
Exercice 29
Oefenen met
Apprendre 7 en 9
Vertaal eerst de Nederlandse woorden naar het Frans. Veel hiervan staan in de tekst op page 112.
Kijk vervolgens goed naar elke zin en zoek moeilijke woorden op.
Gebruik hiervoor de de Apprendre lijsten vanaf page 114
Zet de vertaalde woorden in de zinnen.
Zoek de Franse vertaling van deze zinnen in de 4 artikelen.
Vertaal de zinnen.
Deze zijn gebaseerd op Apprendre 9, echter deze verschillen op een paar kleine dingen.
Slide 29 - Slide
Les devoirs
Leren
Apprendre 1-10.
Herhalen: bijvoeglijke naamwoorden
Maken : exercice 26, 28 en 29
Slide 30 - Slide
C'est la fin
Au revoir!
Salut! A plus! A+ Ciao!
Bonne journée!!
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Les 8 U3
March 2024
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 10 U3
April 2021
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 10 U3
April 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 HV2: 13 feb so bespreken vervolg bijvoeglijk naamwoord 2023
January 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 11 U3
February 2022
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 6 U3
February 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 HV2: 14 feb so bespreken vervolg bijvoeglijk naamwoord 2023
February 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 8 U3
March 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2