This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Argumentatie 2
Slide 1 - Slide
Als je een argument ondersteunt met een ander argument noem je dat:
Slide 2 - Open question
Een argument dat je kunt controleren noem je een:
Slide 3 - Open question
Als een schrijver meerdere argumenten gebruikt om zijn mening kracht bij te zetten, noem je dat:
Slide 4 - Open question
Geef bij de volgende vragen aan met welke soort argumenten je te maken hebt:
Slide 5 - Slide
Ik vind het prettiger om naar Luxor te gaan, want die bios is bij mij om de hoek.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 6 - Quiz
Ik vind het fijner om naar Luxor te gaan, want daar heb je fijnere stoelen.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 7 - Quiz
Een smartphone is onmisbaar, want veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder zo'n telefoon.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 8 - Quiz
Is er bij de volgende vragen sprake van nevenschikkende of onderschikkende argumentatie?
Slide 9 - Slide
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen en het regende drie dagen onafgebroken.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
Slide 10 - Quiz
Dat was geen leuk festival. Er was nergens schaduw op het terrein en ik kan niet tegen de zon.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
Slide 11 - Quiz
Nederland moet een republiek worden. Een president is veel goedkoper dan het koningshuis. De staat onderhoudt dan slechts één persoon en niet een hele familie.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
Slide 12 - Quiz
Tegenargumenten en weerlegging
Niet eens met iemand argumentatie? Je kunt dan argumenten tegen het standpunt inbrengen en/of de argumenten weerleggen.
Onthouden/opschrijven!
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt
Met een weerlegging ontkracht je een argument
Slide 13 - Slide
standpunt, argument, tegenargument en weerlegging
Er moet op school meer aandacht besteed worden aan de Nederlandse geschiedenis,
want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden.
Meer aandacht voor de Nederlandse geschiedenis zal ten koste gaan van de tijd voor de wereldgeschiedenis.
Er is anders weinig over ons verleden waarop we trots kunnen zijn
tegenargument
weerlegging
Slide 14 - Slide
Aan de slag!
Maak van H4 Lezen Argumentatie (2): Startopdracht + opdr. 1