LES 8 V3 WEEK 45 Bron chap. 2 Bron D

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 2 - Slide

vorige les

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
  1. T1 Ik kan het voorzetsel à met een bepaald lidwoord gebruiken.
  2. T1 Ik kan het voorzetsel de met een bepaald lidwoord gebruiken.
  3. Ik ken woorden die te maken hebben met vriendschap.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Slide

Instructie 
Maak de opdrachten in je werkboek

Chapitre 2
Bron D
ex. 15abcd + 16abc + 17 p.68


Slide 5 - Slide

blz. 68 - 70

Slide 6 - Slide

à + le = au
à + la = à la
à + l'= à l'
à + les = aux
de + le = du
de + la = de la
de + l'= de l'
de + les = des
à = naar, bij, op, aan
de = van

Slide 7 - Slide



je vais au collège (m)
je vais à la bibliothèque (v)
je vais à l'aéroport (klinker / h)
je vais aux États-Unis (mv*)





Le vélo du garçon (m)
Le vélo de la fille (v)
Le vélo de l'enfant (klinker / h)
Le vélo des jeunes (mv*)
*mv = meervoud / plural
à + bepaald lidwoord
de + bepaald lidwoord

Slide 8 - Slide

blz. 68

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

blz. 69

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

1. m
2. m
3. v
4. v

Slide 14 - Slide

blz. 70

Slide 15 - Slide

blz. 70

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  1. T1 Ik kan het voorzetsel à met een bepaald lidwoord gebruiken.
  2. T1 Ik kan het voorzetsel de met een bepaald lidwoord gebruiken.
  3. Ik ken woorden die te maken hebben met vriendschap.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 17 - Slide

Pak pen en papier
Maak combinaties van woorden die 
bij elkaar horen OF
tegenovergesteld van elkaar zijn

timer
7:00

Slide 18 - Slide

blz. 86 - 87 / leren F-N

Slide 19 - Slide

Pak pen en papier
Verdeel de woordenlijst in:
  1. mannelijke zelfstandige naamwoorden (le début)
  2. vrouwelijk zelfstandige naamwoorden (la vie)
  3. werkwoorden (aider)
  4. overige woorden (selon)
timer
7:00

Slide 20 - Slide

blz. 86 - 87 / leren F-N

Slide 21 - Slide