Spelling: de d die klinkt als t

Spelling: de d die klinkt als t
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling: de d die klinkt als t

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je woorden die eindigen op een d die klinkt als een t correct spellen.
  • Aan het einde van de les kun je de spellingregel toepassen door het woord langer te maken om te bepalen of een woord met een d of t geschreven moet worden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over woorden die eindigen op een d maar als een t klinken?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hond regel
Tent regel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het herkennen van de klank t in woorden die geschreven worden met een d
  • Voorbeeld van woorden die eindigen op een d maar als een t klinken.
  • Uitleg over hoe je de klank t kunt herkennen in dergelijke woorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het toepassen van de regel: maak het woord langer om te horen of het met een d of t geschreven wordt
  • Uitleg over de spellingregel en hoe je deze kunt toepassen.
  • Voorbeelden van het verlengen van woorden om de juiste spelling te bepalen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van woorden waar deze regel op toegepast dient te worden
  • Woorden zoals 'vliegvelden' en 'bezochten' als voorbeeld.
  • Oefeningen om de regel in de praktijk toe te passen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Spellingregel: Een regel die helpt te bepalen hoe woorden geschreven worden.
  • Klank: Het geluid van een letter of lettercombinatie die uitgesproken wordt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.