1hv U6 Bon appétit

1hv U6 Bon appétit
1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1hv U6 Bon appétit

Slide 1 - Slide

Traduis la phrase.

Il y a du beurre ?
A
Is er boter?
B
Is er wat boter?
C
Is de boter er?
D
Is er een beetje boter?

Slide 2 - Quiz

Traduis la phrase.

Je voudrais de la viande.
A
Ik wil graag een stuk vlees.
B
Ik wil graag vlees.
C
Ik wil graag het vlees.
D
Ik wil graag wat vlees.

Slide 3 - Quiz

Traduis la phrase.

Vous avez de l'Orangina ?
A
Heeft u een sinas?
B
Heeft u de sinas?
C
Heeft u sinas?
D
Heeft u wat sinas?

Slide 4 - Quiz

Traduis la phrase.

Vous voulez des frites ?
A
Willen jullie de friet?
B
Willen jullie friet?
C
Willen jullie wat friet?
D
Willen jullie een friet?

Slide 5 - Quiz

U6 Apprendre 5
Noteer de gegeven woorden met hun delend lidwoord. Gebruik waar nodig de hoeveelheidswoorden

Slide 6 - Slide

____ pain

Slide 7 - Open question

____ chantilly

Slide 8 - Open question

____ pommes

Slide 9 - Open question

____ repas (pas)

Slide 10 - Open question

____ jus de pomme (un litre)

Slide 11 - Open question

U6 App. 5 Het delend lidwoord


Kies het woord dat in de zin ontbreekt

Slide 12 - Slide

Tu veux _____ pain ?
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 13 - Quiz

Il faut _____ huile d'olive.
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 14 - Quiz

Il y a _____ tomates ?
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 15 - Quiz

Je voudrais _____ salade.
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 16 - Quiz

Tu as _____ oeufs ?
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 17 - Quiz

U6 App. 10
Hoeveelheidswoorden en ontkenningen

Sleep het juiste (blauwe) woord naar het (rode) doel.

Slide 18 - Slide

Tekst
assez
beaucoup
ne ... plus
combien
peu
niet meer
weinig
hoeveel
veel
genoeg

Slide 19 - Drag question

Toetsvragen
Vul de ontbrekende Franse woorden in. 
Let op het delend lidwoord.

Slide 20 - Slide

Nous mangeons souvent _____ . (sla)

Slide 21 - Open question

Mathieu mange _____ . (genoeg brood)

Slide 22 - Open question

Tu veux _____ ? (koffie)

Slide 23 - Open question

Il n'y a _____ . (geen stokbroden meer)

Slide 24 - Open question

U6 App. 5, 6 & 7 Interro

Slide 25 - Slide

Aurélie a _____ ? (snoepjes)
A
du bonbons
B
de la bonbons
C
de l'bonbons
D
des bonbons

Slide 26 - Quiz

Dylan n'a _____ . (geen vrienden)
A
de pas amis
B
ne pas d'amis
C
pas d'amis
D
pas de amis

Slide 27 - Quiz

J'ai fait _____ . (veel foto's)

Slide 28 - Open question

Traduis: eerst
A
d'abord
B
l'abord
C
abord
D
à bord

Slide 29 - Quiz

Traduis: ik ken

Slide 30 - Open question

Traduis: Ik wil graag sla, alstublieft.
A
Je voudrais le salade, s'il vous plait.
B
Je voudrais la salade, s'il vous plait.
C
Je voudrais de la salade, s'il vous plait.
D
Je voudrais du salade, s'il vous plait.

Slide 31 - Quiz

Traduis: Ik heb erge dorst, heeft u water?

Slide 32 - Open question

U6 Prendre


Noteer de juiste vertaling van de woorden tussen haakjes

Slide 33 - Slide

Alors, qu'est-ce que _____ comme plat ?

(nemen jullie)

Slide 34 - Open question

_____ un grand bifteck frites !

(wij nemen)

Slide 35 - Open question

Et Marianne, qu'est-ce que _____ comme dessert ?

(neem jij)

Slide 36 - Open question

U6 Het delend lidwoord


Maak de zinnen compleet met het juiste delend lidwoord

Slide 37 - Slide


Comme dessert, je prends _____ glace.

Slide 38 - Open question


Pour rester en forme, il faut manger _____ légumes.

Slide 39 - Open question


Je ne mange pas _____ viande. Je suis végétarienne.

Slide 40 - Open question


Tu as soif ? Tu veux _____ eau minérale ?

Slide 41 - Open question


Tu peux acheter _____ pain, s'il te plait ?

Slide 42 - Open question


Je voudrais un peu _____ sucre dans mon thé.

Slide 43 - Open question


Je dois ajouter 100 millilitre _____ huile d'olive.

Slide 44 - Open question