Les 12 mei - 2022 - Gedragseconomie + herhaling

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen dat mensen twee denksystemen hanteren (systeem 1 en systeem 2) en je
kunt bepalen wanneer mensen welk denksysteem voornamelijk gebruiken
- Je kunt een aantal vormen uitleggen van beschikbaarheidsheuristieken - waaronder de
verzonken kosten-valkuil, de geldillusie, de bevestigingsfout en het halo-effect - en de
gevolgen hiervan voor beslissingen die mensen nemen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen dat mensen twee denksystemen hanteren (systeem 1 en systeem 2) en je
kunt bepalen wanneer mensen welk denksysteem voornamelijk gebruiken
- Je kunt een aantal vormen uitleggen van beschikbaarheidsheuristieken - waaronder de
verzonken kosten-valkuil, de geldillusie, de bevestigingsfout en het halo-effect - en de
gevolgen hiervan voor beslissingen die mensen nemen.

Slide 1 - Slide

Hoe gaan we dit doen?
- Oefening met het wiskundig duopolie (in groepen).
- Herhaling theorie gedragseconomie
- Nakijken opgave 1 - 3.
- Experiment: halo-effect.
- Maken en leren opgave 4 - 5.
- Afronding.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Beschikbaarheidsheuristiek: gaat dat over systeem 1 of systeem 2 en verklaar waarom.
A
systeem 1
B
systeem 2

Slide 4 - Quiz

Geldillusie wordt veroorzaakt doordat mensen alleen kijken naar ..I.. van geld en geen rekening houdt met ..II.. waardoor de ..III...veranderd.
A
I = nominale waarde, II = inkomensverandering, III = reele waarde
B
I = nominale waarde, II = prijsveranderingen, III = reele waarde
C
I = reele waarde, II = inkomensverandering, III = nominale waarde
D
I = reele waarde, II = prijsveranderingen, III = nominale waarde

Slide 5 - Quiz

Twee stellingen:
I. De rente die over leningen nog betaald moet worden heeft niet met geldillusie te maken
II. De nominale en reële waarde van geld hebben met geldillusie te maken
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
D
Stelling II is juist, stelling I is onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat is het 'halo-effect'?
A
Een kind zegt geen "hallo" als een volwassen dat zegt
B
een kind heeft nieuwe schoenen en is daardoor verlegen
C
het kind is altijd lief en heeft bij wijze van spreken een 'halo engel ring' om haar hoofd
D
een kind heeft dure kleding en wordt dus verwend

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Twee jaar geleden zochten we een nieuwe collega economie. Er waren twee opties. Beiden hadden gelijke achtergrond (qua opleiding). Voorspel wat er in de sectie gebeurde.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide