This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.3 Wat is normaal?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe de fysieke en emotionele veranderingen tijdens de puberteit invloed hebben op mijn gedrag en relaties met anderen.
Aan het einde van de les kan ik asociaal gedrag herkennen en analyseren hoe dit soort gedrag invloed heeft op relaties en de groepsdynamiek.
Aan het einde van de les kan ik situaties van groepsdruk evalueren en ten minste twee strategieën bedenken om weerstand te bieden aan de negatieve invloed van leeftijdsgenoten.
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat een generatieconflict is en minstens één voorbeeld geven van hoe verschillen tussen generaties tot conflicten kunnen leiden.
Slide 2 - Slide
Lees 2.3
Neem de volgende begrippen en definities over in je schrift:
Puberteit
Tolerant zijn
Generatieconflict
Asociaal
Groepsdruk
Generatieconflict
Slide 3 - Slide
Puberteit
De periode tussen kindertijd en volwassenheid.
Slide 4 - Slide
Tolerant zijn
Als je tolerant bent, accepteer je dat sommige mensen andere waarden en normen hebben dan jij en zich daardoor anders gedragen.
Slide 5 - Slide
Waarom is het belangrijk om tolerant te zijn?
Slide 6 - Open question
Asociaal
Iemand die geen rekening houdt met anderen.
Slide 7 - Slide
casus
Elk groepje krijgt een korte casus over een situatie met asociaal gedrag (bijv. pesten of buitensluiten).
Jullie gaan het gedrag identificeren en bespreken hoe dit de relaties en groepsdynamiek beïnvloedt
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
Welk begrip past bij het filmpje?
Slide 10 - Slide
Groepsdruk
Het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep.
Slide 11 - Slide
Generatieconflict
Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.
Slide 12 - Slide
Controlevragen
Welke fysieke en emotionele veranderingen vinden plaats tijdens de puberteit, en hoe denk je dat deze veranderingen jouw gedrag en relaties beïnvloeden?
Kun je een voorbeeld geven van asociaal gedrag? Hoe zou dit gedrag de sfeer in een vriendengroep of klas kunnen beïnvloeden?
Wat zou je doen als je in een situatie van groepsdruk terechtkomt waarin je iets moet doen wat je eigenlijk niet wilt?
Wat is een generatieconflict, en kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin verschillende generaties met elkaar in conflict komen?
Hoe kun je het beste omgaan met negatieve invloed van leeftijdsgenoten zonder je buiten de groep te voelen?
Slide 13 - Slide
Welke begrippen uit de les snap jij niet of heb jij juist goed onthouden?