Domein D2

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Vandaag

Quiz/vragen over politieke institutie, representatie / representativiteit & functies van politieke partijen

D3: Bedreigingen voor de Nederlandse samenleving

Domein D2

15.1 Politieke institutie

POLITIEKE INSTITUTIE

Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en besluitvorming bepalen.

Welk kenmerk van een 'institutie' zie je terug in de video?

stabiliteit/orde

historisch ontwikkeld (oude traditie) sabel afstand

the house of commons is een politieke institutie

1. waar
2. niet waar

Als je kijkt naar de video, welke politieke institutie zie je terug?

INSTITUTIE VS INSTELLING / organisatie

Instituties gaan over een geheel van regels die ons gedrag bepalen of onze onderlinge relaties.

Instellingen of organisaties zijn groepen die een gemeenschappelijk doel nastreven.

FUNCTIES VAN POLITIEKE PARTIJEN

• Rekrutering en selectie van leden
• Articulatie (het op de politiek agenda plaatsen van maatschappelijke eisen en wensen)
• Motivatie(het interesseren van burgers voor deelname aan politieke besluitvormingsprocessen);
• Aggregatie (afwegen van verschillende belangen en opnemen in verkiezingsprogramma)
• Communicatie (als brug tussen over overheid en burger; tussen kiezers en vertegenwoordigers).

de aggregatiefunctie van politieke partijen past bij

1. Tussenpersoon zijn tussen de overheid en burger
2. het op de politieke agenda plaatsen van maatschappelijke wensen en eisen
3. het selecteren en aannemen van kandidaten voor politieke functies
4. het tegen elkaar afwegen van besluiten, eisen en belangen

Dit is Esther Ouwehand,
lijsttrekker van de PvdD. Welke functie van de PvdD
herken je bij het benoemen van
een lijsttrekker?

1. rekruterings-selectiefunctie
2. participatie/motivatie functie
3. aggregatiefunctie
4. articulatiefunctie

Welke functie van de
PvdA herken je wanneer
leden rozen uitdelen op de markt
en een gesprek aanknopen?

1. rekruterings-selectiefunctie
2. articulatiefunctie
3. participatie/motivatie functie
4. aggregatiefunctie

Welke functie van de SP
herken je als deze afbeelding
op het bushokje staat?

1. rekrutering-selectiefunctie
2. articulatiefunctie
3. participatie/motivatie functie
4. aggregatiefunctie

Representativiteit heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:
De meeste politici in de Tweede Kamer zijn hoogopgeleid.

1. achtergrondkenmerken
2. standpunten
3. besluiten
4. alle voorgaande antwoorden

2 Omdat er veel vluchtelingen in Nederland wonen vind ik dat zij ook in de Tweede Kamer moeten zitten. Zo krijgen vluchtelingen in NL ook een stem. Deze uitspraak heeft te maken met:

1. Representatie
2. Representativiteit

Representatie heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:
GroenLinks vroeg de regering om maatregelen die zorgen voor energiebesparing te verplichten.

1. achtergrondkenmerken
2. standpunten
3. besluiten
4. alle voorgaande antwoorden

52% van de vvd stemmers is tegen de nieuwe donorwet. VVD kamerleden stemden allen voor.

1. er is sprake van representatie
2. er is sprake van representativiteit
3. er is geen sprake van representatie
4. er is geen sprake van representativiteit

Standpunten met betrekking tot dierenleed worden veel te weinig besproken in de Tweede Kamer terwijl er veel Nederlanders tegen dierenleed zijn. Deze uitspraak heeft te maken met:

1. Representatie
2. Representativiteit

1 Er wordt in de Tweede Kamer erg veel gedebatteerd over bezuinigingen in de ouderenzorg terwijl veel Nederlanders die bezuinigingen helemaal niet willen.
Deze uitspraak heeft te maken met:

1. Representatie
2. Representativiteit

Wat is nou de aanklacht van Goldband als je denkt aan representativiteit?

Hoe staat het (denk je) er voor met de representativiteit van de standpunten van Geert Wilders en zijn stemmers?

En met de representativiteit op basis van achtergrondkenmerken?

waarschijnlijk redelijk hoog, de meeste van zijn stemmers komen van buiten de randstad/platteland, zijn autochtoon, hebben geen (hoge) opleiding gevolgd.

stuur je antwoord via teams op svp (7 min)

veranderingen

1. Er zijn meer ‘zwevende kiezers’ --> stemmers wisselen vaker van partij --> minder stabiliteit voor partijen
   
2. Het aantal mensen dat lid is van een partij neemt af --> rekrutering en selectie wordt lastiger.
   
3. Bij sommige functies is er concurrentie van media en pressiegroepen, bijv. bij de articulatie van  politieke keuzes en problemen of in de communicatie tussen kiezer/gekozene
4. partijen focussen op binnenhalen van politieke functies, en niet zo op betrokkenheid van leden.
   

Domein D2

15.2 Representatie en representativiteit

REPRESENTATIE

De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

Tweede kamerleden

Aanvoerder

REPRESENTATIVITIEIT

De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers

overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.

REPRESENTATIVITEIT

• Achtergrondkenmerken
• Is de politiek een afspiegeling van de samenleving qua geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, woonplaats?
  

• Standpunten
• Vinden mensen hun standpunten terug in een politieke partij?

• Besluiten
• Komen de besluiten van de ministers (het kabinet) overeen met de standpunten van de partijen in de tweede kamer?
  

Klaar?

Maak een samenvatting van de syllabus (D1 + D2)