HV1 Herhaling §1 en §2 Meer dan Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Je mag je telefoon bij je houden.

Log vast in in de Lesson Up en leg je telefoon daarna omgekeerd op tafel.

We nemen nog 1x de theorie door met wat oefenvragen en maken daarna de oefentoets.

Hoe vind je snel het onderwerp van een tekst?

1. De hele tekst lezen
2. Oriënterend lezen
3. Globaal lezen
4. Zoekend lezen

Bij oriënterend lezen . . . .

1. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
2. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
3. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
4. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.

Bij precies lezen . . .

1. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Bij zoekend lezen . . .

1. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Bij globaal lezen . . . .

1. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
2. lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
3. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
4. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.

Globaal lezen

Oriënterend lezen

Zoekend lezen

Ik wil weten wat het onderwerp van de tekst is.

Ik ben op zoek naar eventuele deelonderwerpen

Ik wil (snel) iets opzoeken in een tekst.

Oriënterend lezen

Globaal lezen

Titel

Plaatjes

Anders gedrukte woorden

Tussenkopjes

De eerste alinea

Eerste en laatste zinnen van alinea's

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?

1. Een volledige zin
2. Eén of een paar woorden
3. Een werkwoord
4. Slechts één woord

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?

1. Een volledige zin
2. Eén of een paar woorden
3. Een werkwoord
4. Slechts één woord

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?

1. Titel
2. Inleiding en/of slot
3. Middenstuk
4. Tussenkopjes

Ik ken de theorie voor de toets al goed.

😒🙁😐🙂😃

Oefentoets

Nu gaan we de oefentoets maken.