Par 3.3 Deel 1

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Slide 1 - Slide

Welke redenen kun je hebben om geld te lenen?

Slide 2 - Mind map

Leenmotieven
Dit zijn redenen om te lenen

Onverwacht geldtekort
Tijdelijk geldtekort
Koop van een gebruiksgoed
Koop van een huis (hypotheek)

Slide 3 - Slide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 22, 23, 24
(Blz. 78)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 4 - Slide

Lening terugbetalen
Als je geld hebt geleend moet je twee dingen terugbetalen

  1. Het leenbedrag (aflossen)
  2. Een vergoeding (rente)
  3. (looptijd)
  4. (termijnbedrag)

Slide 5 - Slide

Persoonlijke lening

termijnbedrag x aantal maanden = totale kosten


totale kosten - lening = kredietkosten



Slide 6 - Slide

Kredietkosten: rekenvraag
Je leent €4.000 met een looptijd van drie jaar en betaalt in maandtermijnen van €130,-. Wat betaal je aan kredietkosten? 

Totale kosten 3 x 12 x €130  = €4.680
Leenbedrag                                = €4.000
----------------------------------------   - 
Kredietkosten                            =€      680

Slide 7 - Slide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 25 t/m 27
(Blz. 79



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 8 - Slide

Wat is rente?
A
Een vergoeding omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 9 - Quiz

Je leent €1.000 met een looptijd van twee jaar en betaalt in maandtermijnen van €100,-. Wat zijn de totale kosten?
A
€2000
B
€2200
C
€2300
D
€2400

Slide 10 - Quiz

Aan de slag!

Kader:
Lezen:  blauwe teksten (blz. 78 & 79)
Maken: Kader: Opdr. 22 t/m 27)
(blz. 78 & 79)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
Klaar? 
K: herhaling 24 t/m 34 blz. 90

Slide 11 - Slide