Groep 4

1 / 41
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De komende weken leer je meer over:

- hoe je de wind, neerslag en temperatuur kunt meten
- verschillen in weer en klimaat in Nederland en andere landen
- verschillen in weer in de seizoenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Het klimaat en de seizoenen
Het weer is elke dag anders. Het kan zelfs per uur verschillen.

Het klimaat niet. Het klimaat is het weer over een lange tijd gemeten.

Op aarde zijn verschillende klimaten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het weerbericht

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur: 
Thermometer

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

Filmpje: hoe wordt bewolking gemeten? (2:30 minuten)
Anemometer: meet de snelheid van de wind
Windzak: meet de windrichting

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Windrichtingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Neerslag: regenmeter

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

kringloop van het water

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Neerslag
Regen: als alle lagen boven de 0 graden zijn.

Sneeuw: als alle lagen onder de 0 graden zijn.

Hagel: Regen/ijsklompje die vaak op en neer is geschud in de wolk. 

Slide 13 - Slide

De sterke luchtstromingen slingeren de klompjes ijs op en neer. Om de ijskristallen heen vormen zich telkens nieuwe laagjes ijs. Onderin de wolk is het niet zo koud. Het water in het ijskristalletje smelt langzaam en vormt een doorzichtig laagje ijs. Hoger in de wolk is het kouder. Een sneeuwachtig laagje ijs bedekt hier de hagelkorrels. Als je een hagelsteen doorsnijdt en de laagjes ijs telt, kun je zien hoe vaak de hagelsteen op en neer is geslingerd.
Weer in NL
Verschillen komen door: 
- ligging
- weer/wolken zijn steeds in beweging

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het klimaat
Nederland > zeeklimaat

In de zomer is het niet al te heet en in de winter is het niet heel erg koud. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het poolklimaat:
heel koud
Te vinden in: 
Noordpool en Zuidpool/Antarctica

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het tropisch klimaat: 
het hele jaar warm
Te vinden in:
Zuid-Amerika en Afrika

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

Dag en nacht
Zon t.o.v. de aarde
Dag en nacht

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Seizoenen
Bij ons in Nederland bestaat een jaar uit vier seizoenen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke vier seizoenen hebben we in ons land?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Seizoenen
Winter
Lente
Zomer
Herfst

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Winter
December, januari, 
februari

Regenachtig, sneeuw

Temperatuur rond of 
onder de 0 °C
(bijvoorbeeld -5 °C)



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lente
Maart, april, mei

Zonnig, maar ook 
bewolkt

Gemiddeld 10 °C 
boven 0

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zomer
Juni, juli, augustus

Zonnig
Weinig neerslag

Gemiddeld 23 °C
Soms ook dagen 
van 30°C

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Herfst
September, oktober, 
november

Regenachtig
Bewolkt
Winderig

Gemiddeld 15 °C

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

Filmpje: De zon gaat niet altijd op precies dezelfde plek onder (5 min).
Seizoenen
De aarde draait in één jaar een rondje om de zon.


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: maak je eigen weerbericht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stappen:
1. Kies voor welk seizoen je een weerbericht maakt.

2. Bedenk welk weer hierbij hoort (zon, neerslag, wind) en wat de temperatuur is. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stappen:
3. Knip de plaatjes die je nodig hebt uit. Je kiest er minimaal 5. Ze moeten passen bij het seizoen dat jij gekozen hebt.  

4. Bedenk welke temperatuur er bij jouw seizoen past. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Stappen:
5. Plak de plaatjes op de goede plek en schrijf de temperatuur erbij. 

6. Schrijf op de achterkant op wat het weer wordt. 


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Quiz

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Welk seizoen komt na de zomer?
A
winter
B
herfst
C
lente

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Welk seizoen komt na de lente?
A
winter
B
herfst
C
zomer

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welk seizoen komt na de herfst?
A
winter
B
lente
C
zomer

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welk seizoen komt na de winter?
A
herfst
B
lente
C
zomer

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions