What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 1
Week 1
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
135 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Week 1
Slide 1 - Slide
Doelen van deze periode?
Slide 2 - Slide
1. de nieuwe grammatica uit Unit 3 toepassen in de Engelse taal.
Slide 3 - Slide
2. de grammatica uit voorgaande hoofdstukken toepassen in de Engelse taal.
Slide 4 - Slide
3. de woordjes die ik leer in Unit 3 toepassen in de Engelse taal.
Slide 5 - Slide
4. een stukje Engelse tekst schrijven met gebruik van de stof die ik geleerd heb.
Slide 6 - Slide
5. Mijn leerwerk wekelijks bijhouden door het iedere week goed te verdelen.
Slide 7 - Slide
Vragen vanuit jullie?
Slide 8 - Slide
Toetsing van deze periode.
Slide 9 - Slide
Unit 3
Slide 10 - Slide
New York
Slide 11 - Slide
What do we know about New York
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Video
Homework
3.1 - 1 - 3
Slide 14 - Slide
Lesson 2
Slide 15 - Slide
Reading
timer
15:00
Slide 16 - Slide
New Grammar
Slide 17 - Slide
Comparisons
Slide 18 - Slide
Comparisons
In het Nederlands noemen we ze trappen van vergelijkingen.
Gebruik:
Om mensen of dingen te beschrijven
Je vergelijkt ze met elkaar.
Comparative
: Vergrotende trap
Superlative
: Overtreffende trap.
C
B
A
Box A is
small
.
Box B is
small
er
than
box A.
Box C is
the
small
est
of all.
Slide 19 - Slide
Comparisons
Woorden van 1 lettergreep/syllable:
- Vergrotende trap:
-er
- Overtreffende trap
:
-est
old
old
er
old
est
Slide 20 - Slide
Comparisons
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap:
more
-
Overtreffende trap
:
most
expensive
more
expensive
most
expensive
Slide 21 - Slide
That group is _____ the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious than
D
most serious than
Slide 22 - Quiz
It is _____ to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest
Slide 23 - Quiz
Adele is famous. Lady Gaga is _____,
Michael Jackson is _____!
A
more famous, the most famous
B
famouser, the most famous
C
famouser, the famousest
D
more famouser, most famous
Slide 24 - Quiz
Lesson 3
Slide 25 - Slide
Trap bespreken
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Unit 2.5 - Comparisons
November 2024
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons
December 2024
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons
26 days ago
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons
November 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons
November 2024
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons
November 2024
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 2.5 - Comparisons Recap
December 2022
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unit 3.2 - Comparisons 3
March 2021
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1