Woordenschat 2F

Woordenschat 2F
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Woordenschat 2F

Slide 1 - Slide

Wat wordt bedoeld met "aanschaffen"?
A
Verkopen
B
Kopen
C
Weggeven
D
Teruggeven

Slide 2 - Quiz

Waarvoor staat het woord "klandizie"?

Slide 3 - Open question

Waarvoor staat het woord "articuleren"?

Slide 4 - Open question

Ondersteunen
Beseffen
Onverschillig
Afleiden
Onthouden
betrokken zijn bij
iemand zijn aandacht wegtrekken
het kan me niks schelen
Te maken hebben met
Niet vergeten
Doorhebben
Helpen

Slide 5 - Drag question

Wat wordt bedoeld met "opvatting"?
A
Opstapelen
B
Opgooien
C
Mening
D
Discussie

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de uitdrukking "het erbij laten zitten"

Slide 7 - Open question

Waarvoor staat het woord "achterban"?

Slide 8 - Open question

aarden
Eraan te pas komen
Eventueel
Suggereren
Iets rechtzetten
iets van de grond krijgen
Zorgen dat iets zo lijkt
Mogelijk
Zelf beginnen
Goedmaken
Nodig zijn
Je thuis gaan voelen

Slide 9 - Drag question

Wat betekent "autonoom"
A
Zelfstandig
B
Deskundig
C
Gelukkig
D
Oppervlakkig

Slide 10 - Quiz

Wat betekent "productief"?
A
Een product kopen
B
Een product verkopen
C
Lui zijn
D
Veel doen

Slide 11 - Quiz

Grondig
Min of meer 
Innovatie
Nauwelijks
Idyllisch
Afhandelen
Bijna niet
Vernieuwing
Regelen
Aantrekkelijk
Ongeveer
Nauwkeurig

Slide 12 - Drag question

Woordenschat/tekstbegrip
Iedere dag word je omvergegooid met woorden en teksten.

Hoeveel % woorden moet je kennen/begrijpen van een tekst om de tekst goed te kunnen lezen en te snappen?

  • Je krijgt zo vijf keer dezelfde tekst te zien. Ieder nummer staat voor een onbekend woord.


Slide 13 - Slide

60%
Na een 1 , 2   3 lig je op de te 5. Je bent 5 en wilt eigenlijk naar 6, maar je kunt je niet 7  8  toe 9. Wie dit 10, 11 tot de groep die (12) denkt dat hun 13 'op' kan raken, 14 Duitse 15. Met 16 17, zoals 18, 19 ze zich eerst weer 20.

  • Snap je wat er staat?

Slide 14 - Slide

85%
Na een lange, 1   2   lig je op de bank  3. Je bent en wilt 5 naar 6, maar je kunt je er maar 7 toe 9. Wie dit herkent, 11 tot de groep die (12) denkt dat hun 13 'op' kan raken, ontdekten Duitse 14. Met 15 16, zoals tv-kijken, 17 ze zich eerst weer 18.

  • Snap je wat er staat?

Slide 15 - Slide

90%
Na een lange, drukke 1 lig je op de bank 2. Je bent doodop en wilt 3 naar 4, maar je kunt je er maar niet 5. Wie dit herkent, behoort tot de groep die (6) denkt dat hun 7 'op' kan raken, ontdekten Duitse onderzoekers. Met 8 activiteiten, zoals 9, proberen ze zich eerst weer 10.

  • Snap je wat er staat?

Slide 16 - Slide

95%
Na een lange, drukke 1 lig je op de bank te Netflixen. Je bent doodop en wilt eigenlijk naar 2, maar je kunt je er maar niet toe zetten. Wie dit herkent, behoort tot de groep die (onbewust) denkt dat hun 3 'op' kan raken, ontdekten Duitse onderzoekers. Met ontspannende activiteiten, zoals tv-kijken, proberen ze zich eerst weer op te laden.
  • Snap je wat er staat?

Slide 17 - Slide

100%
Na een lange, drukke dag lig je op de bank te Netflixen. Je bent doodop en wilt eigenlijk naar bed, maar je kunt je er maar niet toe zetten. Wie dit herkent, behoort tot de groep die (onbewust) denkt dat hun wilskracht 'op' kan raken, ontdekten Duitse onderzoekers. Met ontspannende activiteiten, zoals tv-kijken, proberen ze zich eerst weer op te laden.

Slide 18 - Slide